B
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke
lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke
lichtbron wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de
kwaliteit van de beeldsensor afnemen, waardoor er een witte waas op de foto's kan
ontstaan.
B
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert, de
lichtnetadapter loskoppelt of de geheugenkaart verwijdert
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
B
Opmerkingen over de monitor
• Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01%
ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die
altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen
defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
• Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
• De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de
servicedienst van Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
De batterij
• Lees de waarschuwingen in "Voor uw veiligheid" (Avii-ix) voor het gebruik
en volg ze op.
• Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad
de batterij zo nodig op. Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is
opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat nadelig voor de prestaties van de
batterij. Neem waar mogelijk een volledig geladen reservebatterij mee
wanneer u beelden wilt maken van belangrijke gebeurtenissen.
• Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C of
hoger dan 40 °C.
• Laad de batterij voor gebruik binnenshuis op bij een
omgevingstemperatuur tussen 5 en 35 °C.
• Als de batterijtemperatuur tussen 0 en 10 °C resp. tussen 45 en 60 °C ligt, is
het mogelijk dat de laadcapaciteit afneemt.
• De batterij laadt niet op als de omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of
hoger dan 60 °C is.
• Neem in acht dat de batterij tijdens gebruik heet kan worden; wacht tot de
batterij afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, dan kan dit tot beschadiging van
de batterij leiden, de prestaties ervan negatief beïnvloeden of normaal
opladen van de batterij voorkomen.
F3