Installatie
4.1.3
Installatiefactor
In beperkte installatie-omstandigheden, beïnvloeden de
wanden de ionenstroom in de vloeistof. Dit effect wordt
opgevangen door wat genoemd wordt de installatiefactor.
De installatiefactor kan worden ingevoerd in de
meetversterker van het meetsysteem of de celconstante
wordt gecorrigeerd door deze te vermenigvuldigen met de
installatiefactor.
De waarde van de installatiefactor hangt af van de diameter
en de geleidbaarheid van de leidingaansluiting plus van de
afstand a tussen de sensor en de wand.
De installatiefactor (f = 1,00) kan worden genegeerd
wanneer de afstand tot de wand voldoende groot is
(a > 15 mm, vanaf DN 65).
Indien de afstand tot de wand klein is, wordt de
installatiefactor hoger voor elektrisch geïsoleerde leidingen
(f > 1) en lager voor elektrische geleidende leidingen (f < 1).
Dit kan worden gemeten met behulp van kalibratie-
oplossingen of er kan een goed schatting worden gemaakt
met behulp van het onderstaande diagram.
f
1 40
.
1 20
.
1 00
.
0 80
.
0
3
Relatie tussen installatiefactor f en wandafstand a
1
Elektrische geleidende leidingwand
2
Elektrische isolerende leidingwand
4.1.4
Luchtinstelling
De digitale sensor is af fabriek ingesteld. Lokale compensatie is niet nodig.
12
2
1
5
10
0.20
0.39
2
A
15
20
0.59
0.79
Indumax CLS54D
Installatie CLS54D
Wandafstand
25 a [mm]
25
0.98
a [inch]
Endress+Hauser
A0032681
A0034874