Montage
Motoreenheid
(alleen bij apparaten met een geïnte-
greerde afzuiginstallatie)
Hang de motoreenheid op de schroeven.
Stel de motoreenheid en schroef de
eenheid vast.
Boor door de gaten van de montage-
plaat van de motoreenheid 2 gaten
ø 8 mm in de muur en
druk pluggen S 8 in de gaten.
24
Stuureenheid
(alleen bij apparaten van de typeserie
...EXT)
Bij apparaten van de typeserie ...EXT
wordt er een stuureenheid in plaats van
een motoreenheid gemonteerd.
Verbind de afzuigkap en de externe
afzuiginstallatie met behulp van een
verbindingskabel en een zespolige
stekker aan elkaar.
De terugslagklep is bij deze apparaten
in het uitblaasstuk ingebouwd.
De luchtafvoertuit van de afzuigkap is
geconstrueerd voor een luchtafvoer-
slang met een doorsnede van 125 mm.
U hebt ook de mogelijkheid om een
luchtafvoerslang met een doorsnede
van 150 mm op de luchtafvoertuit aan
te sluiten.
Snijd daartoe de luchtafvoertuit aan
de verjonging met een scherp mes af.