3. Controleer de stand van de bedie-
ningsmodule.
☞ Voor normaal rijden beweegt u de be-
dieningsmodule naar voren en naar
binnen, totdat deze in de stop-stand
[3] klikt.
4. Zet de bedieningsmodule aan.
☞ Druk op de aan/uit-knop (4) op de
bedieningsmodule.
☞ Zie het hoofdstuk "Bedieningsmodu-
le" in de gebruiksaanwijzing.
20
3
4
4