Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
4
OPMERKING
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingechakeld. Als de computer er
niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de
computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op
(Vernieuwen).
• Als het venster Windows-beveiliging verschijnt, klikt u op
installeren].
Voltooi de installatie.
Als
"Uw software is
gebruiksklaar" verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje
het apparaat.
Klik op [Voltooien] om de wizard af te sluiten.
OPMERKING
Als u [Apparaatinstellingen] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster
voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [Voltooien] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor opties die op de machine zijn geïnstalleerd.
Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid. Zie voor
meer informatie de apparaatinstellingen in de Printer Driver User Guide op de DVD.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen
op het scherm op te volgen. Zo wordt de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Als u het TWAIN-stuurprogramma installeert, ga dan door met het configureren van de
TWAIN-stuurprogramma instellen (pagina
"Een testpagina
2-29).
2-22
[Dit stuurprogramma toch
afdrukken" aan en selecteer