De juiste temperatuur
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de le-
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de le-
vensmiddelen erg snel. De tempera-
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la-
ger de temperatuur, des te langer het
duurt voordat de levensmiddelen be-
derven.
Wanneer u voor het bewaren van le-
vensmiddelen de juiste temperatuur
instelt kunt u daarmee bederf voorko-
men of vertragen.
De temperatuur in het apparaat wordt
hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
– de omgevingstemperatuur hoger is.
Dit apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een temperatuurbe-
reik, waarbinnen de kamertempera-
tuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag liggen.
. . . in de koelzone
Daarom adviseren wij voor het mid-
den van het apparaat een koeltempe-
ratuur van 5 °C.
12
. . . in de diepvrieszone
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmid-
delen lange tijd wilt bewaren, een tem-
peratuur in van - 18 °C.
Bij deze temperatuur wordt de groei
van micro-organismen voor het groot-
ste gedeelte gestopt. Zodra de tempe-
ratuur boven de - 10 °C stijgt begint het
bederf door de micro-organismen en
zijn de levensmiddelen minder lang
houdbaar. Daarom mogen geheel of ge-
deeltelijk ontdooide levensmiddelen
pas weer worden ingevroren wanneer
ze eerst verwerkt zijn, d.w.z. eerst ge-
kookt of gebraden zijn. Door de hoge
temperaturen worden de meeste micro-
organismen gedood.