Uw apparaat is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C. Gebruik bij extreem lage of hoge
temperaturen buiten dit bereik, wordt niet aanbevolen.
Condensvorming
Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht
condenseren binnenin of op de buitenkant van het apparaat. Deze vochtcondensatie kan een storing in het apparaat
veroorzaken.
Om condensvorming te voorkomen wanneer u het apparaat rechtstreeks van een koude naar een warme plaats
overbrengt, plaatst u het eerst in een plastic zak die u goed afsluit om te voorkomen dat er lucht in kan komen.
Wacht ongeveer een uur totdat de temperatuur van het apparaat gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
Als vocht condenseert, schakelt u het apparaat uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet
helder zijn.
Compatibiliteit van beeldgegevens
Het apparaat voldoet aan de universele normen van DCF (Design rule for Camera File system) vastgesteld door JEITA
(Japan Electronics and Information Technology Industries Association).
Wij kunnen niet garanderen dat beelden die met dit apparaat zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op
andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of bewerkt, kunnen worden
weergegeven op dit apparaat.
Opmerkingen over het weergeven van bewegende beelden op andere apparaten
Bewegende beelden in het XAVC S-formaat kunnen alleen worden weergegeven op apparaten die het XAVC S-
formaat ondersteunen.
Over de monitor, zoeker en lens
Oefen geen druk uit op de monitor. De kleuren op de monitor kunnen veranderen waardoor zich een storing kan
voordoen.
Als op de monitor druppels water of een andere vloeistof zitten, veegt u deze eraf met een zachte doek. Als de
monitor nat blijft, kan het oppervlak van de monitor veranderen of verslechteren. Dit kan een storing veroorzaken.
Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens
schoon met een zachte doek of iets dergelijks.
Zorg ervoor dat u niet tegen de lens stoot of er kracht op uitoefent.
Draag de camera niet aan de monitor.
Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, let u erop dat uw vingers of enig ander voorwerp niet bekneld
raakt in de lens.
Informatie over de flitser
Bedek de flitser niet met uw vingers.
Draag het apparaat niet aan de flitser en oefen er geen buitensporige kracht op uit.
Als water, stof of zand via de geopende flitser binnendringt, kan een defect optreden.
Wanneer u de flitser omlaag duwt, let u erop dat uw vingers niet bekneld raken.
Opmerkingen over het weggooien of aan anderen overdragen van dit apparaat
Voordat u dit apparaat weggooit of aan anderen overdraagt, vergeet u niet de volgende bedieningen uit te voeren ter
bescherming van privégegevens.
Selecteer [Instelling herstellen] → [Initialiseren] → [OK] → [OK].
Opmerkingen over de locatie-informatie
Als u een beeld waaraan locatie-informatie is toegevoegd uploadt en deelt, kunt u mogelijk deze informatie
bekendmaken bij derden. Om te voorkomen dat derden uw locatie-informatie verkrijgen, stelt u [
op [Uit] voordat u de beelden opneemt.
577
Inst. loc.gegev.link] in