Help-gids
Digitale camera met verwisselbare lens
ILCE-6500
α6500
Beeldprofiel
Maakt het mogelijk om de instellingen te veranderen voor kleur, gradatie, enz.
Het beeldprofiel aanpassen aan uw wensen
U kunt de beeldkwaliteit naar wens aanpassen door de onderdelen van het beeldprofiel, zoals [Gamma] en [Details], in
te stellen. Om deze parameters in te stellen, sluit u de camera aan op een televisie of monitor, en stelt u ze in terwijl u
naar het beeld op het scherm kijkt.
MENU →
(Camera- instellingen1) → [Beeldprofiel] → het profiel dat u wilt veranderen.
1
Ga naar het onderdeel-indexweergavescherm door op de rechterkant van het besturingswiel te drukken.
2
Selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen met de boven-/onderkant van het besturingswiel.
3
Selecteer de gewenste waarde met de boven-/onderkant van het besturingswiel, en druk daarna op het
4
midden.
Een vooraf ingesteld beeldprofiel gebruiken
De standaardinstellingen [PP1] tot en met [PP9] voor bewegende beelden zijn van tevoren in de camera ingesteld op
basis van diverse opnameomstandigheden.
MENU →
(Camera- instellingen1) → [Beeldprofiel] → gewenste instelling.
PP1:
Voorbeeldinstelling van [Movie]-gamma
PP2:
Voorbeeldinstelling van [Still]-gamma
PP3:
Voorbeeldinstelling van natuurlijke kleurtint met het [ITU709]-gamma
PP4:
Voorbeeldinstelling van een kleurtint natuurgetrouw aan de ITU709-norm
PP5:
Voorbeeldinstelling van [Cine1]-gamma
PP6:
Voorbeeldinstelling van [Cine2]-gamma
PP7:
Voorbeeldinstelling van [S-Log2]-gamma
PP8:
Voorbeeldinstelling met gebruikmaking van het [S-Log3]-gamma en de [S-Gamut3.Cine] onder [Kleurmodus].
PP9:
Voorbeeldinstelling met gebruikmaking van het [S-Log3]-gamma en de [S-Gamut3] onder [Kleurmodus].
Onderdelen van het beeldprofiel
Zwartniveau
Stelt het zwartniveau in. (–15 tot +15)
434