Karaktertabel
In de normale invoermodus kunt u de volgende lettertekens
gebruiken:
Toets
: spatie.
Om een woord in te voeren drukt u net zo vaak op de toets met
de gewenste letter tot dat deze letter in beeld verschijnt
(normale invoermodes).
Kort indrukken van deze toests schakelt tussen hoofd-
en kleine letters.
Aantal keren indrukken
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
49
"
Ø
Ö
8