Verhelpen van
storingen
Mocht er zich bij het gebruik van het
cassettedeck een probleem voordoen, neem
de volgende lijst van kontrolepunten dan
even door.
Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
De cassettelade gaat niet dicht.
•Schakel het cassettedeck eenmaal uit en
weer in en druk op de § uitwerptoets.
De bedieningstoetsen op het cassettedeck
werken niet.
•Wacht na inschakelen van het
cassettedeck even tot het lampje van de ∏
pauzetoets stopt met knipperen. (Tot
ongeveer twee sekonden na inschakelen
werken de toetsen even niet.)
•Plaats de cassette opnieuw in de
cassettelade en druk op de §
uitwerptoets.
Het afspelen of opnemen begint niet.
•De band zit te los. Trek de lussen in de
band strak.
•De bandkoppen zijn vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 9).
Het opnemen begint niet.
•Er is geen cassette in het deck aanwezig.
•Het wispreventienokje voor de
betreffende cassettekant is uitgebroken
(zie blz. 9).
•Het einde van de band is bereikt.
Het opnemen of afspelen gaat mis of de
geluidssterkte loopt terug.
•De bandkoppen zijn vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 9).
•De opname/weergavekop is
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 9).
Oude opnamen worden niet afdoende
gewist.
•De wiskop is gemagnetiseerd. Demag-
netiseer de bandkoppen (zie blz. 9).
10
TC-TX5 3-858-049-42 (1).NL
Overmatige snelheidsfluktuaties of
wegvallend geluid.
•De capstan-assen en aandrukrollen zijn
vuil. Reinig deze onderdelen (zie blz. 9).
Toename van ruis of slechte weergave van
de hoge tonen.
•De opname/weergavekop is
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 9).
•Zet het cassettedeck verder weg van een
TV-toestel of videorecorder.
Het geluid klinkt vervormd.
•Zet de Dolby NR schakelaar in dezelfde
stand als waarmee de cassette is
opgenomen.
•Zet het cassettedeck verder weg van een
TV-toestel of videorecorder.
Er klinkt geen geluid.
•Wellicht is het netsnoer uit het
stopkontakt losgeraakt.
•Kontroleer of alle aansluitingen van de
signaalsnoeren juist en stevig gemaakt
zijn.
De afstandsbediening werkt niet./De
automatische geluidsbron-keuze en/of de
één-toets weergave werken niet.
•Kontroleer of alle aansluitingen van de
AU-BUS bedieningssnoeren juist en
stevig gemaakt zijn.
De synchrone bedieningsfunkties van de
DHC-MD5, zoals de CD synchroon-opname,
werken niet.
•Kontroleer of alle aansluitingen van de
AU-BUS bedieningssnoeren juist en
stevig gemaakt zijn.