Witbalans onderwater
U kunt de kleurtinten instellen wanneer de camera is ingesteld op de
de scènekeuzefunctie of
1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen.
2
t
(Witbalans onderwater) t
gewenste functie t [OK]
(Autom.)
(Onderwater 1) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat blauw
(Onderwater 2) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat groen
(1x drukken)
(1x druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt
Opmerkingen
• Afhankelijk van de kleur van het water is het mogelijk dat de witbalans onderwater niet goed werkt
ondanks dat u [Onderwater 1] of [Onderwater 2] hebt ingesteld.
• Als de flitserfunctie is ingesteld op [Aan], kan de onderwaterwitbalans alleen worden ingesteld op
[Autom.], [1x drukken] of [1x druk.inst.].
• [1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser.
• De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden
afzonderlijk opgeslagen.
(Onderwater) functie tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Hiermee stelt u automatisch de kleurtinten in voor onderwater-
omstandigheden zodat de kleuren natuurlijk lijken.
onderwater sterker is.
onderwater sterker is.
Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de
lichtbron. De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1x
druk.inst.], wordt de basiswitkleur. Gebruik deze functie als
[Autom.] of andere functies de kleur niet goed kunnen instellen.
in de functie [1x drukken] (pagina 55).
(Onderwater) functie als
56
NL