Deel 4 - AFSTELLING EN HERSTELLING
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor of het mes werkt. STOP het mes. STOP de motor.
Schakel de handrem in. Verwijder de sleutel. Verwijder de
bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit de buurt van
de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET. Laat de
motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om ernstige
brandwonden te voorkomen. De stop van de benzinetank en
de verluchting goed sluiten om geen brandstof te morsen.
4.2.3.
HET MAAIHUIS AFSTELLEN
(Overdwars niveau)
Voor u het maaihuis afstelt, moet u de bandenspanning
controleren. De spanning op de voorste banden moet
0,8 bar bedragen, de spanning op de achterste banden
eveneens 0,8 bar. Als de banden de juiste spanning hebben
en de machine nog steeds ongelijkmatig maait, moet u het
overdwarse niveau afstellen.
1. Plaats de Frontmaaier op een glad, horizontaal vlak.
2. Respecteer de WAARSCHUWING op deze bladzijde.
4. Plaats een hoekijzer, een pijp of een vergelijkbaar
voorwerp onder het midden van de achterzijde van het
maaihuis.
5. Verwijder de achterste ophangkettingen en laat het midden
van de achterzijde van het maaihuis op het hoekijzer rusten.
5. Meet de afstand van de uiteinden van het mes tot de vloer.
Indien het verschil tussen de afstanden aan weerszijden
kleiner dan of gelijk is aan 3 mm, is het niveau bevredigend.
Indien het verschil tussen de afstanden grote is dan 3 mm,
gaat u verder met het afstellen.
6. Maak de slotschroef en de moer los die de linkerzijde van
de voorste liftarm en de regelaar vasthouden. Draai de schroef
en moer voldoende los om de liftarm te kunnen bewegen,
terwijl er toch nog spanning op zit. Zie Figuur 4.5.
7. Beweeg de liftarm zoals nodig op of neer, tot de uiteinden
van de messen tot op 3 mm van elkaar komen. Zie Figuur 4.6
8. Draai de slotschroef en de moer die u in stap 6 hebt
losgemaakt weer vast. Controleer aan beide zijden of het
maaihuis waterpas staat.
9. Stel de scharnierpunten van de achterste hangkettingen af,
zodat ze in lijn komen met de gaten in de hangbeugels. Zie
Figuur 4.6.
10. Verwijder het hoekijzer, de pijp of het vergelijkbare
voorwerp en controleer vervolgens het overlangse niveau.
4.2.3.
HET MAAIHUIS AFSTELLEN
(Overlangs – maaihuizen, 64 cm, 71 cm en 84 cm)
Terwijl de Frontmaaier op een gladde, vlakke vloer staat,
draait u het mes tot de uiteinden zich aan de voor- en
achterzijde bevinden. Meet de afstand van de uiteinden van
het mes tot de vloer. De twee afstanden moeten gelijk zijn, of
het achterste uiteinde moet 3 mm lager komen dan het
voorste. Als het achterste uiteinde hoger komt dan het voorste,
of indien het lager dan 3 mm komt, moet u het niveau
afstellen.
(Overlangs - maaihuis 76 cm)
Terwijl de maaier op een gladde, vlakke vloer staat, draait
u het mes tot de uiteinden zich aan de voor- en achterzijde van
het maaihuis bevinden. Meet de afstand van de uiteinden van
het mes tot de vloer. De twee afstanden moeten gelijk zijn, of
het achterste mes moet 3 mm tot 6 mm hoger komen dan het
voorste. Als het achterste mes lager komt of meer dan 6 mm
hoger is dan het voorstel, moet u het maaihuis afstellen. Ga
naar Stap 1.
1. Verwijder de achterste hangkettingen.
2. Draai elk scharnierpunt een gelijk aantal slagen op de
oogbout, om de achterzijde van het maaihuis te verhogen of
te verlagen. Zie Figuur 4.6.
3. Plaats de hangkettingen terug en meet de mesafstanden
opnieuw.
4. Herhaal stappen "1" tot "3" tot het maaihuis correct is
afgesteld.
MAAK DE
SLOTSCHROEF
LOS
VOORZIJDE
HAARSPELD
HANGBEUGEL
HANGKETTING
24
MESPEDAAL
LIFTARM
FIGUUR 4.5
VLOER
ACHTERZIJDE
X-3
SCHARNIERPUNT
HANGKETTING
FIGUUR 4.6