Deel 3 - ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor of het mes werkt. STOP het mes. STOP de motor.
Schakel de handrem in. Verwijder de sleutel. Verwijder de
bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit de buurt van
de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET. Laat de
motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om ernstige
brandwonden te voorkomen. De stop van de benzinetank en
de verluchting goed sluiten om geen brandstof te morsen.
3.2
ONDERHOUD - NA DE EERSTE 5 UUR
3.2.4.
DE MESRIEM CONTROLEREN
De aandrijving van het mes bestaat uit een enkele riem van
de motor naar het maaihuis. Inspecteer de riem op sporen
van slijtage en op de juiste spanning.
1. Plaats het maaihuis in de laagste positie.
2. Verwijder de vier zelftappende schroeven (twee aan elke
zijde van het deksel van het maaihuis). Zie Figuur 3.3.
3. Schuif het deksel naar achteren en draai het naar buiten.
FIGUUR 3.3
4. Terwijl de motor uitgeschakeld is en het maaihuis zich in
hoogtepositie 3 bevindt, plaatst u de meshendel in de "AAN"
stand en drukt u de mespedalen in.
5. Maaihuizen van 64 cm van 71 cm en 76 cm: Meet de
speling van de riem bij de spanrol. Zie Figuur 3.4. De speling
moet 32 mm bedragen en mag niet minder zijn dan 25 mm.
Indien u minder dan 25 mm meet, moet u de riemspanning
bijstellen.
Raadpleeg
AFSTELLEN".
WAARSCHUWING
Voor de volgende procedure moeten de motor en het mes
ingeschakeld worden. Wees uiterst voorzichtig. Verwijder
vooraf alle losse onderdelen en gereedschap. Laat het mes
alleen draaien terwijl u op de bestuurdersstoel zit.
VEWIJDER DE VIER (4)
ZELFTAPPENDE
SCHROEVEN
VERWIJDER HET
DEKSEL
het
gedeelte
"DE
MESRIEM
BELANGRIJK: De spanning van de drijfriem van de maaier met
maaihuis van 84 cm moet niet worden afgesteld. Als de drijfriem
slijt of slap wordt, moet u hem vervangen. Zie het gedeelte "DE
DRIJFRIEM VERVANGEN".
DE SPELING VAN
DE RIEM MOET
32 MM BEDRAGEN
3.2.5.
DE MESREM
1. Controleer de goede werking van de mesrem. Wanneer de
meshendel in de UIT stand wordt geplaatst of de mespedalen
worden losgelaten, moet het mes binnen de 3 seconden stoppen
met draaien.
WAARSCHUWING
Wanneer het wordt uitgeschakeld, moet het mes binnen de 3
seconden volledig tot stilstand komen. De maaier NIET
GEBRUIKEN als de mesrem niet goed afgesteld is of niet
behoorlijk werkt.
2. Als het mes langer dan 3 seconden blijft draaien, mag u de
machine niet gebruiken. Raadpleeg het gedeelte "DE MESREM
AFSTELLEN" of neem contact op met uw SNAPPER distributeur.
3.2.6.
DE REM/HANDREM ONDERHOUDEN
1. Controleer de goede werking van de rem van de Frontmaaier.
Schakel de handrem in. Duw de machine. De achterwielen horen
te slippen. Rijd de machine voorwaarts en druk op de rem. De
machine moet op minder dan 1,5 m volledig tot stilstand komen.
2. Indien de remmen niet behoorlijk werken, moeten ze afgesteld
worden voor u de machine gebruikt. Raadpleeg het gedeelte "DE
REM ONDERHOUDEN - DE HANDREM AFSTELLEN".
17
MOTORPOELIE
SPANROL
POELIE
MAAIHUIS
FIGUUR 3.4