3.3
Pictogrammen en symbolen display
Het LCD display geeft u informative over de huidige status van de
telefoon.
h
Continu aan wanneer de handset binnen het bereik van de basis is.
Flash wanneer buiten bereik van de basis of als het niet met
de basis geregistreerd is.
j
Continu aan wanneer een intercom werkzaam is.
Flash wanneer er een inkomende interne oproep is.
k
Geeft aan dat een gesprek bezig is.
l
Geeft aan dat handsfree wordt gebruikt.
x
Continu aan wanneer een alarm is ingesteld.
Flash wanneer de ingestelde alarmtijd nog niet is bereik.
a
Geeft aan dat het toetsenbord is vergrendeld.
g
Geeft nieuw ontvangen Voicebericht op de Phonemail aan.
Verdwijnt wanneer alle voiceberichten zijn geleze.
n
Geeft aan dat de beltoon is uitgeschakeld.
b
Geeft aan dat de batterij geheel is opgeladen.
Gehele pictogram knippert wanneer de batterij voor de
eerste keer oplaadt.
Interne blok pictogram knippert wanneer de batterij het
eindstadium van opladen heeft Bereikt.
v
Geeft aan dat de batterij opgeladen moet worden.
Knippert wanneer een laag batterij voedingsniveau is bereikt.
[
Geeft aan dat meer karakters bestonden voor de huidige
weergegeven tekst.
]
Geeft aan dat meer karakters bestaan na de huidige
weergegeven tekst.
s
Geeft een nieuw ontvangen oproep aan.
Schakelt uit wanneer een nieuwe oproep is gelezen.
f
Scrollt de menu items/Telefoonboek lijst/Nummerherhalingslijst/
Bellijst naar boven/beneden.
12