Indicator LCD-scherm
15
Belichtingscorrectie
16
Witbalans
17
18
19
Beeldkwaliteit
20
Beeldformaat
Aantal resterende fotos
21
Resterende opnameti j d (bewegende beel d en/spraakopname)
22
Optische/digitale zoombalk
De opnamemodus starten
De modus AUTO (
1. Plaats de batterijen(p.16). Plaats de batterijen en zorg
ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de geheugenkaart (p.19).
3. Sluit het klepje voor het batterijvak.
4. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen.
(Als de datum en tijd die worden weergegeven op het
LCD-scherm onjuist zijn, stelt u deze opnieuw in
voordat u een opname gaat maken.)
5. Selecteer de modus AUTO door aan de keuzeschijf
voor modusselectie te draaien.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en
bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de
zoeker of het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
INFORMATIE
Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop
halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp.
In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
[22]
ISO
RGB
3072, 2816, 2592, 2272, 2048, 1600, 1024, 640
) gebruiken
RGB
16
00:01:30/ 01:00:00
[Modus AUTO]
p.42
p.41
p.41
p.40
p.50
p.49