10
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en installatiehandleiding
Werk de kabeluiteinden af met M8-kabelschoenen. Gebruik een geschikte krimptang om kabelschoenen aan de kabels te
monteren.
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende bepalingen):
Draadkleur
Betekenis
Rood
Positief
Zwart
Negatief
In de pluskabel moet een zekering worden opgenomen. Sluit de pluskabel aan op de pluspool van de accubank. Gebruik een
zekering die overeenkomt met de toegepaste draaddoorsnede. De zekering met zekeringhouder is verkrijgbaar bij uw lokale
Mastervolt-distributeur.
4.5.2
AC-bekabeling
WAARSCHUWING!
De aardingskabel biedt alleen bescherming als de behuizing van de CombiMaster met de randaarde is
verbonden. Verbind de aardingsaansluiting (PE/GND) met de romp of het chassis.
LET OP!
Volgens de plaatselijke voorschriften moet een RCD/stroomonderbreker (ook wel GFCI genoemd) worden
opgenomen in het AC-ingangscircuit en -uitgangscircuit van de CombiMaster.
Voor een veilige installatie dient u de juiste aderdoorsnede toe te passen. Gebruik geen aderdoorsnede die kleiner is dan
aangegeven. Aanbevolen aderdoorsnede voor de AC-bekabeling:
AC-stroom
Minimale aderdoorsnede
0-20 A
2,5 mm²
20-32 A
4 mm²
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende bepalingen):
Draadkleur
Europa
VS
Bruin
Zwart
Blauw
Wit
Groen/geel
Groen
4.5.3
AC-veiligheidsaarding
WAARSCHUWING!
Om veiligheidsredenen moeten aardlekschakelaars (RCD's), ook wel stroomonderbrekers of GFCI's (Ground
Fault Circuit Interrupters) genoemd, van 30 mA in de AC-ingang en AC-uitgang van de CombiMaster worden
geïntegreerd. Raadpleeg plaatselijke regelgeving met betrekking tot aarding van autonome systemen.
Als een aardlekschakelaar (RCD of GFCI) wordt gebruikt, plaats
dan de jumper voor het aardingssysteem (aan de linkerkant van de
CombiMaster) op de N en PE.
4.5.4
Netwerkbekabeling (CZone/MasterBus)
De CombiMaster kan op een CZone- of MasterBus-netwerk worden aangesloten. Gebruik voor CZone-netwerken een RJ45-
dropkabel CZone/MB. Gebruik voor MasterBus-netwerken een MasterBus-kabel en lus de CombiMaster door naar de andere
apparaten. Beide netwerken moeten aan beide uiteinden van het netwerk voorzien zijn van een terminator. Maak geen
ringnetwerken. Neem voor meer informatie over netwerken contact op met uw Mastervolt-leverancier.
Leg de kabels zo dicht mogelijk naast elkaar om het elektromagnetische veld
Aansluiten op:
rondom de kabels zo klein mogelijk te houden. Sluit de negatieve kabel direct op
+ (POS)
de negatieve pool van de accubank aan, of op de aardingszijde van een
– (NEG)
eventueel aanwezige stroomshunt. Gebruik nooit het chassis als negatieve
geleider. Maak de kabel stevig vast.
Moet worden
Betekenis
aangesloten op
Fase
L1
Nul
N
Aarde
PE/aarde
Standaardinstelling
Gecombineerde PEN