1. Inleiding
Het systeem
De beveiligingssystemen van het type 9750 en 9850 omvatten een
controlepaneel, een of meer codebediendelen en diverse detectoren.
Het controlepaneel is een stalen kast waarin zich de elektronica, de voeding,
de noodstroomaccu en eventueel een telefoonkiezer bevinden. Het
controlepaneel wordt meestal op een veilige plaats uit het zicht gemonteerd
(bijv. in de meterkast).
De detectoren worden op verschillende plaatsen in het pand gemonteerd en
vormen de zogenaamde zones. Als een detector wordt geactiveerd (bijv.
door een bewegend persoon), dan zendt die detector een signaal naar het
controlepaneel. Of het systeem hierop zal reageren hangt er vanaf of het
systeem is ingeschakeld of niet.
Indien ingeschakeld geeft het systeem een alarmmelding als een detector
wordt geactiveerd. Die melding kan gaan via een sirene of flitser aan de
buitenkant van het pand, of als een onhoorbaar signaal van de telefoonkiezer
via de telefoonlijn naar een alarmcentrale. Als het systeem niet is
ingeschakeld ontstaat er geen alarmmelding als een detector wordt
geactiveerd.
Het systeem kent verschillende niveaus; niveau A, B en C. Niveau A betreft
het totale systeem en bewaakt het gehele gebied waarop het systeem
betrekking heeft. De niveaus B en C betreffen een deel van het systeem
terwijl de rest uitgeschakeld blijft. (Systeem 9750 kent geen niveau C.) Het
systeem geeft een alarmmelding als iets of iemand een detector activeert die
tot het ingeschakelde niveau behoort. Tijdens de installatie bepaalt de
installateur de indeling van de zones per niveau.
In uw bewakingssysteem kan zones bevatten voor 24-uurs- en overvalalarm.
Als deze zones worden geactiveerd genereert het systeem een
alarmmelding, of het ingeschakeld is of niet.
De codebediendelen
In uw beveiligingssysteem kunnen twee soorten codebediendelen worden
opgenomen: Type 9930 met een LCD display en type 9925 als
inschakelstation zonder display. Met beide kunt het systeem in- en
uitschakelen. Met type 9930 kunt u bovendien het logboek uitlezen en kleine
aanpassingen in het systeem aanbrengen.
U moet op een van de codebediendelen altijd uw unieke toegangscode
intoetsen voordat het systeem enig commando zal accepteren. Het systeem
496479
3