4
Druk op de vierwegbesturing (
Het overzicht met alarmopties verschijnt.
5
Kies Alarm [1], [2] of [3] met
de vierwegbesturing (
6
Druk op de vierwegbesturing (
Het scherm voor instelling van de alarmfunctie en
alarmtijd verschijnt.
Vierwegbesturing (45): selecteert het onderdeel.
Vierwegbesturing (23): wijzigt de instelling.
7
Druk op de DISPLAY-knop.
8
Kies met de vierwegbesturing (
de opname die moet verschijnen wanneer het alarm afgaat.
9
Druk op de OK-knop.
Het overzicht met alarmopties verschijnt weer.
10
Druk drie keer op de OK-knop.
De camera wordt uitgeschakeld.
Het alarm uitschakelen
Wanneer het ingestelde tijdstip is bereikt terwijl de camera uit staat, gaat het
alarm één minuut lang af en wordt de geselecteerde opname weergegeven.
Daarna wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
Druk op een knop om het alarm uit te schakelen.
Het alarm gaat niet af wanneer de camera is ingeschakeld.
).
5
).
23
).
5
)
45
Alarm
17:30
1
Once
Everyday
19:30
2
3
Off
12:00
Exit
OK
MENU
OK
Alarm
Once 17:30
1
Exit
Image
OK
MENU
DISP
OK
7
125