DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN
(Scherpte)
Met deze toets maakt u een afbeelding scherper of zachter.
Plaats het origineel.
1
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Speciale functies selecteren.
(1) Druk op de toets [Spec. Functies].
(2) Druk op de toetsen
2
(3) Druk op de toets [Kleur-Instellingen].
(4) Druk op de toets [Scherpte].
☞
TOETS [Kleur-Instellingen]
Kleurbijstellingen
Scherpte
3
4
Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
Als u de scherpte-instelling wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het scherm van stap 3.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
om tussen de schermen te wisselen.
(pagina 117)
(1)
(2)
OK
Annuleren
OK
Zacht
Scherp
).
Zacht
Scherp
Pas de afbeelding aan.
(1) Druk op de toets [Zacht] of [Scherp].
(2) Druk op [OK].
U keert terug naar het scherm Speciale Functies. Druk op
[OK] om naar het basisscherm van de kopieermodus
terug te keren.
Druk op de toets [STARTEN KLEUR]
(
).
Het kopiëren begint.
Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen de
kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant.
Vervang de originelen en druk op de toets [STARTEN KLEUR]
(
) wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd.
Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op
[Lezen Klaar].
119