Watson-Marlow 520DuN IP66/NEMA 4X Handleiding
l
De pomp wordt automatisch in de auto-herstartmodus geschakeld en geeft
het !-pictogram weer. De enige actieve toetsen zijn STOP, AUTO/MAN,
DRAAIRICHTING en START (alleen beschikbaar als een uitgebreide toetsmo-
gelijkheid om de toetsenbordvergrendeling in- en uit te schakelen). UP- en
DOWN-toetsen zijn beschikbaar als de handmatige aanpassingsfunctie voor de
slaglengte aanstaat (zie hieronder).
l
Als de richtingsinput op afstand actief is en de richting-inschakelkoppeling
wordt aangesloten, dan is de DIRECTION-toets uitgeschakeld. Als de toetsen-
bordvergrendeling is ingesteld, zijn alleen STOP en START (beschikbaar als
een uitgebreide toetsmogelijkheid om de toetsenbordvergrendeling in- en uit te
schakelen) actief.
l
De pomp toont één van de vier automatische bedieningsschermen afhankelijk
van de eerder geselecteerde auto-modus - 4-20mA of 0-10V met of zonder
aanpassing van de slaglengte.
l
De automatische bedieningsschermen tonen vier soorten informatie: het toer-
ental waarmee de pomp zal draaien na ontvangst van een laag signaal op
Analoog 1 (4mA, 1V of 0V); het toerental waarmee de pomp zal draaien na
ontvangst van een hoog signaal op Analoog 1 (20mA of 10V); het ingestelde
toerental (d.w.z. het toerental waarmee de pomp momenteel draait overeen-
komstig het analoge signaal en het analoge scaling signaal (indien afstelling
van de slaglengte is ingesteld) ; en het debiet in de gekozen eenheid (zie 18.8
Doorstroomeenheid). Het percentage waarmee de slaglengte is aangepast
wordt ook weergegeven, indien dit is ingesteld.
l
Als de functie voor handmatige slagverstelling is geactiveerd met behulp van
het Setup-menu (zie 18 Instellen), dan kan het percentage waarmee de sla-
glengte is aangepast worden aangepast tussen 0% en 100% met de UP en
DOWN-toetsen.
l
De pomp reageert op externe digitale inputs. Als de run / stop-input de pomp
stopt, dan verschijnt op de onderste regel van het automatische bedieningss-
cherm "Remote stop (Externe stop)". Als de pomp weer start, zal deze melding
verdwijnen en de pomp keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
l
Als de pomp wordt gestopt omdat een lek is gedetecteerd, verschijnt op het
scherm de melding "LEAK DETECTED. Controleren en terugstellen, vervolgens
op Stop" drukken. Zie 25.1 Foutmeldingen.
l
De statusoutputs op afstand zijn allemaal actief.
Hoe verlaat u de automatische bediening
l
Druk op de AUTO/MAN-toets en u krijgt drie opties te zien : Analogue,
Manual en Network. Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om een keuze te
maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
l
Door Manual te kiezen keert de pomp terug naar handmatige bediening.
Door deze methode te gebruiken om AUTO/MAN te wisselen, behoudt
de pomp het ingestelde toerental van haar vorige werking in handmatige
modus terwijl de pomp is gestopt. Zie 14 Handbediening.
l
Door Network (Netwerk) te kiezen, gaat de pomp in netwerkmodus
(RS485). Zie 24 Netwerkbesturing en -bediening.
l
Door Analogue (Analoog) te kiezen, gaat de pomp in analoge modus. De
pomp reageert op het analoge signaal zodra dit is uitgevoerd en toont het
"AUTO"-pictogram.
l
Als alternatief kunt u het auto / manual-inputsignaal verlagen (0V). De pomp
keert terug naar handbediening en behoudt het ingestelde toerental en bedrijf-
sstatus van haar vorige werking in de analoge modus.
72