C
Wanneer u een statief gebruikt
• Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende
omstandigheden:
- Opnemen wanneer er weinig licht is
- Wanneer u opnamen maakt met de flitsstand (A50) ingesteld op W (uit)
- Wanneer u de tele-instelling gebruikt
• Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Vibratiereductie
in op Uit in het setup-menu (A78) om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de zoompositie
van het objectief.
• Dichter inzoomen op het onderwerp: Verplaats de zoomknop
naar g (tele)
• Uitzoomen en een groter gebied weergeven: Verplaats de
zoomknop naar f (groothoek)
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale
groothoekstand.
• Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de
monitor zodra de zoomknop wordt verplaatst.
• De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt
vergroten tot ca. 4× de maximale optische zoomverhouding,
kan worden geactiveerd door de zoomknop naar g te
verplaatsen en vast te houden wanneer de camera is
ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C
Digitale zoom en interpolatie
Terwijl de digitale zoom wordt gebruikt, vermindert de beeldkwaliteit wegens
interpolatie wanneer de zoom voorbij de stand V wordt verhoogd. De
positie van V verplaatst zich naar rechts naarmate het formaat van het beeld
kleiner wordt.
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
Digitale
zoom
zoom
Klein beeldformaat
25