3
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat op Aan.
• Raadpleeg de gebruikshandleiding bij uw smart-apparaat voor meer informatie.
• Als de netwerknaam (SSID) wordt weergegeven die voor het smart-apparaat kan worden gebruikt,
selecteert u de SSID die op de camera wordt weergegeven.
• Wanneer het bericht wordt weergegeven om een wachtwoord in te voeren, voert u het
wachtwoord in dat op de camera wordt weergegeven.
• Wanneer de camera met succes verbonden is met een Wi-Fi-netwerk, wordt het opnamescherm
weergegeven met het Wi-Fi-pictogram (A7).
4
Start de speciale software die op het smart-apparaat is geïnstalleerd.
• Het scherm voor het selecteren van "Neem foto's" of "Bekijk foto's" wordt weergegeven.
• Wanneer het bericht "Kan geen verbinding met de camera maken." wordt weergegeven, probeer
de instelling Wi-Fi-netwerk dan opnieuw.
De Wi-Fi-verbinding beëindigen
• Zet de camera uit.
• Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat op Uit.
B
Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
• Zet het Wi-Fi-netwerk Uit op een plaats waar het gebruik van radiogolven verboden is.
• Wanneer geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, kan de Wi-Fi-functie niet worden gebruikt.
Wanneer een Eye-Fi-kaart (E87) in de camera is geplaatst, kan de Wi-Fi-functie niet worden gebruikt.
• Wanneer Wi-Fi is aangesloten, is Automatisch uit uitgeschakeld.
• Wanneer het Wi-Fi-netwerk is ingesteld op Aan, raakt de batterij sneller leeg dan normaal.
• Het Wi-Fi-netwerk kan niet worden geselecteerd wanneer de aanduiding batterijniveau op de monitor
B aangeeft. Als de aanduiding batterijniveau B aangeeft terwijl een Wi-Fi-verbinding tot stand is
gebracht, kan de verbinding ook beëindigd worden.
C
Opmerkingen over beveiligingsinstellingen
Als de camera met de Wi-Fi-functie wordt geïnstalleerd zonder de juiste beveiligingsinstellingen (encryptie
en wachtwoord), kunnen derden ongeoorloofd toegang nemen tot het netwerk en schade veroorzaken.
Het is ten stelligste aan te bevelen de vereiste beveiligingsinstellingen uit te voeren voor u de Wi-Fi-functie
gebruikt.
Gebruik Wi-Fi-opties in het setup-menu (A79) om de beveiligingsinstellingen uit te voeren.
82