4. Installatie
4.5
Ophangen montageframe
4.6
Hydraulische aansluitmogelijkheden
24
Aan de achterzijde van de mantel bevindt zich een ophangstrip,
waarmee de ketel direct aan de ophangbeugel gehangen kan
worden.
1. Plak de montage sjabloon van de ketel met plakband op de muur;
OPGELET
Controleer met een waterpas of de as van de instructie
verticaal is. Om de ketel en aansluitingen tijdens het
ophangen te beschermen tegen vervuiling door bouwstof,
dienen RGA- en LTV-aansluitpunten te worden afgedekt.
Verwijder deze afdekking pas bij montage van de
betreffende aansluitingen.
2. Boor 2 gaten van Ø 10 mm;
-
-
De extra gaten zijn bedoeld in het geval dat één van beide
bevestigingsgaten een goede bevestiging van de plug niet
mogelijk maakt.
3. Plaats de Ø 10 mm pluggen;
4. Bevestig de ophangbeugel met de meegeleverde bouten aan de
muur Ø 10 mm;
5. Hang de ketel op aan de ophangbeugel.
Het ophangen van het montageframe (accessoire) wordt beschreven
in de separate montage-instructie.
4.6.1
Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de Calenta begrenst het maximale
temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van het water en de
maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur.
Hierdoor worden voor de Calenta geen eisen gesteld aan de minimale
waterdoorstroming.
De maximale waterdoorstroming over de warmtewisselaar mag 28 l/
min. bedragen voor ketels zonder pomp.
¼ Voor installaties met alleen thermostaatkranen, zie het
hoofdstuk: "Wateraansluiting", pagina 29
Calenta
08-12-2008 - 117060-AC