15.1 Zonnemodule; instellen van de gevoeligheid
Door de gevoeligheid in te stellen of te wijzigen wordt
de zonnemodule ingeschakeld.
Stel de grenswaarde bij de lichtsterkte in waarbij uw
rolluik moet afrollen.
i
Als u de zonnemodule niet wilt gebruiken, moet u de
lichtsensor van de ruit verwijderen en op een donkere
plaats bewaren of de stekker van de lichtsensor van
de RolloTron Standard trekken of de zonnemodule
uitschakelen.
De actuele lichtsterkte als grenswaarde
overnemen en de zonnemodule
inschakelen.
1.
+
De toetsen tegelijk indrukken.
De actuele lichtsterkte geldt als grens-
waarde en de zonnemodule is ingescha-
keld. Als deze waarde wordt overschre-
den, schuift het rolluik naar beneden tot
aan de lichtsensor.
30
2.
Houd het zoncontrolelampje in de
gaten.
UIT
Zonnemodule UIT
AAN
Zonnemodule AAN
Langzaam knipperend...
◆ als de grenswaarde werd overschre-
den.
◆ als bij de instelling van de grenswaar-
de de actuele lichtsterkte binnen het
meetbereik ligt.
Snel knipperend
Indien de actuele lichtsterkte buiten het
meetbereik ligt, wordt de grenswaarde
automatisch ingesteld op de waarde van
de meetbereikgrens.
3.
Indien gewenst kunt u de zonnemodule
in- resp. uitschakelen.
Druk hiervoor circa 1 seconde op de
zontoets.
NL