ALARMEN BIJ GROEPSASSEMBLAGE:
M
De alarmen bij groepsassemblage zijn identiek met de individuele assemblage buiten de specifieke werkingskenmerken van 2
communicerende apparaten. Afhankelijk van het systeem zijn er 3 types van alarmen:
1 .- COMMUNICATIONFOUT: geen enkel alarm is geactiveerd. Beide apparaten blijven onafhankelijk van elkaar werken
als SPEEDBOX. Er is geen knipperend led lampje in beide.
2 .- DROOGLOOPWERKING: als er een droogloopalarm is in de ene apparaat, zal het ander de rol van "hoofdapparaat"
opnemen. Als er te grote vraag is gedurende de volgende cycli, zal het systeem trachten het apparaat dat niet werkt te
herstellen. Als het apparaat in deze omstandigheden wordt hersteld, zal ook de alternerende werkingsmodus worden
hersteld. Als er watergebrek is in beide apparaten, zal het systeem het ART systeem in het MASTER apparaat activeren.
3 .- OVERIGE ALARMEN: Als het alarm zich voordoet in het ene apparaat, zal het andere functioneren als "hoofdapparaat".
Het systeem zal trachten het niet-werkend apparaat te herstellen enkel in geval van grote vraag. Na 4 opeenvolgende
pogingen zonder succes wordt het apparaat uitgeschakeld, en dient het manueel te worden opgestart. In geval van alarm in
beide apparaten zal het systeem 4 herstelpogingen uitvoeren, als dit niet lukt wordt het systeem uitgeschakeld.
Om een apparaat manueel op te starten dat door een alarm is uitgeschakeld druk AUTOMATIC ON/OFF in het MASTER
apparaat en druk vervolgens ENTER in het apparaat met het alarm.
REGISTER VAN WERKINGSDATA EN ALARMEN.
Door simultaan MENU +
ALARMEN. Door ENTER te drukken kan men de sequentie doorlopen, eens de sequentie beëindigd, keert men terug naar
het hoofdscherm. Hierna volgt de volledige sequentie:
P s e t
4 ,
P b a r
3 ,
C Y C L I
X X
T E M P E R A T
X X
O V E R
S
P
A
V O L T
X X
REGISTER UREN. Teller van de totaaltijd dat de pomp heeft gewerkt.
n
REGISTER STARTS. Aantal werkingscycli, een cyclus is een start en een stop.
n
REGISTER SCHAKELAAR. Aantal verbindingen met de stroomvoorziening.
n
MAX DRUK. Maximumdruk door de installatie bereikt. Het laat de detectie van waterslag toe.
n
ALARM TELLER KORT. Aantal alarmen door kortsluiting.
n
ALARM TELLER MAX. Aantal alarmen door overspanning.
n
ALARM TELLER TEMP. Aantal alarmen door te hoge temperatuur.
n
ALARM TELLER DROOGLOOP. Aantal alarmen door droogloop.
n
Alle gegevens worden bewaard zelfs als het apparaat is onderbroken door de electrische voeding.
gedurende 3" te drukken krijgt men toegang tot het REGISTER VAN WERKINGSDATA EN
p
0
R E G I S T E R
MENU+p
9
S C H A K E
ENTER
A A
I N T E N S I
ENTER
O N D E R S P A
N
ENTER
V O
L
.
N
X X
.
X X
X X
L
T
-13-
U R E N
ENTER
D R O
ENTER
K O R T S L U I
ENTER
P s e t
ENTER
P b a r
X X
G L O
O
X X
X X
4 ,
0
3 ,
9