* 6 en 7 worden alleen weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
* Voor 8 wordt M weergegeven wanneer Pixel Track SR wordt ingesteld op O
(Aan) in het menu [A Opnemen]. f wordt weergegeven wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt als Pixel Track SR is ingesteld op P (Uit) en
er een risico bestaat op cameratrillingen.
* Voor 13, wanneer de scherpstelstand is ingesteld op = en de functie
Auto Macro wordt geactiveerd, verschijnt q op het display (p.40).
* 14 verandert afhankelijk van de instelling van [Flash Air] in het menu
[W Instelling].
* 16 verschijnt gedurende twee seconden nadat de camera wordt aangezet.
* 18 verandert afhankelijk van de instelling van [Inst, D-range] in het menu [A
Opnemen]. Er wordt geen pictogram weergegeven op het scherm wanneer
[Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide zijn ingesteld op [Uit].
* Wanneer de opnamestand b (Autom. opname) is en u de ontspanknop half
indrukt, dan verschijnt de automatisch geselecteerde opnamestand in A1,
zelfs wanneer "Geen Info" is geselecteerd.
* Als er overbelichte lichte gebieden in de opname zijn, zullen deze in rood
knipperen op het display, en als er onderbelichte donkere gebieden zijn,
zullen deze in geel knipperen.
* Sommige indicaties worden mogelijk niet weergegeven afhankelijk van
de opnamestand.
Weergave in de stand Q
Het display toont de opname-informatie in de weergavestand. De weergave wordt
in de volgende volgorde veranderd telkens wanneer u op de knop 4 drukt:
Normale weergave/Histogram + Info in de weergavestand
(Alle display-items worden hier weergegeven ter toelichting.)
Op het display wordt informatie getoond zoals de opnameomstandigheden.
Bij "Normale weergave" worden A1 tot en met A10 weergegeven. Bij "Histogram
+ Info" worden B1 tot en met B8 ook weergegeven.
A1
A2
A3
A4
B1
B2
A5
Bewerken
Bewerken
Bewerken
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
1 / 2 5
F 3 . 5
F 3 . 5
F 3 .
12
12
M M
B5
B6
100 - 0038
10 100 - 003
0038
AWB
AWB WB
200
20 200
ISO
IS ISO
B7
B8
A6
A7
A8
A9
A10
B3
B4
13