Voor een langer interval dan 12
maanden voor vervanging van de
noodbatterijen, zoals beschreven in
paragraaf 6.1, moeten
(geen oplaadbare
worden gebruikt in plaats van gewone
alkalinebatterijen. Het vervangingsinterval
wordt dan verlengd tot maximaal 60
maanden.
Let echter altijd op de aanduiding van een
noodzakelijke vervanging van de batterijen
op het apparaat en in de app.
6
Plaats de batterijhouder met de batterijen in de
daarvoor bestemde geleiding in het bovendeel
van de behuizing.
Hef/kantel het batterijcompartiment daarbij
enigszins omhoog om voorbij de borgklemmen
te komen. Klik het batterijcompartiment op zijn
plaats en controleer nogmaals de positie van de
borgklemmen.
50
lithiumbatterijen
lithiumbatterijen!)
Controleer of alle kabelverbindin-
gen nog in orde zijn.
Sluit losgeraakte kabels (sensorplaat,
motor) weer aan op de juiste klemmen.
De klemmen van de motor moeten aan
de volgende kleuren van de kabels of
kabeluiteinden worden toegewezen:
→ plus-klem
- rode kabel
- blauwe kabel → min-klem
- grijze kabel → middelste klem
7
2
1
Lijn het bovenste deel van de behuizing uit en
plaats het weer op het onderste deel terwijl u de
ontgrendelingspunten ingedrukt houdt.
Let er tijdens het terugplaatsen op
dat er geen kabels worden
afgekneld of losgetrokken.
Net als bij het afnemen, moet het boven-
deel van de behuizing haaks op de stroom-
en inbouwrichting worden teruggeplaatst
zonder kantelen.
2
1