3.6.2
Noodstroomwerking
De RE.GUARD waterregelaar is voorzien van een
ingebouwd batterijvak voor vier AA- of R6-nood-
batterijen (batterijen niet meegeleverd).
In principe functioneert de RE.GUARD water-
regelaar ook zonder noodbatterijen, zolang de
netspanning niet wordt onderbroken.
Om de betrouwbaarheid van de lekdetectie te
verhogen, raadt REHAU aan de noodbatterijen te
plaatsen. De batterijen zorgen in geval van een
stroomstoring voor het behoud van de volgende
basisfuncties:
- Macrolekdetectie (leidingbreuk) gedurende 24
uur
- Draadloze verzending van waarschuwingsbe-
richten via Z-Wave
- Optioneel eenmalig preventief sluiten van de
RE.GUARD waterregelaar.
Het plaatsen van de noodbatterijen wordt
beschreven in paragraaf 6.2 "Noodbatterijen
plaatsen/vervangen", pagina 47 .
REHAU raadt aan lithiumbatterijen
te gebruiken.
zijn niet toegelaten.
28
®
Oplaadbare batterijen
3.7
Inbedrijfstelling
Nadat de RE.GUARD waterregelaar is
geïnstalleerd en de stekker in het stopcontact is
gestoken, voert het apparaat een zelftest uit en
is het na enkele seconden klaar voor gebruik.
Vanaf dat moment is al een lekbeveiligingsfunctie
gegarandeerd voor leidingbreuk en
druppellekkage, maar alleen binnen de vooraf
ingestelde fabrieksinstellingen.
REHAU raadt ten zeerste aan de
stappen uit te voeren die beschre-
ven staan in hoofdstuk 5 "Bediening",
pagina 32 – vooral voor de bediening
via smartphone – en alle instellingen aan
te passen aan het specifieke gebouw.
Alleen zo kan de best mogelijke bescher-
ming van het gebouw tegen waterschade
worden gewaarborgd.