3
Terwijl u de ontgrendelingspunten ingedrukt houdt,
trekt u voorzichtig het bovenste deel van de behuizing
los. Zorg ervoor dat de afstand tussen het bovenste
en onderste deel niet groter wordt dan ca. 10 cm.
Het bovendeel moet recht worden
afgenomen in de richting van de pijl
(zie boven). Zo niet kunnen zowel onderde-
len van de behuizing als inwendige
componenten beschadigd raken.
Het bovendeel mag niet te ver worden
afgenomen, omdat er tussen beide behui-
zingshelften kabelverbindingen aanwezig
zijn met een beperkte lengte (ca. 15 cm).
4
2
Kantel het bovendeel van de behuizing en neem
het batterijvak
uit de geleider in het bovendeel
van de behuizing door het enigszins op te tillen/
kantelen en licht tegen de borgklemmen te
drukken.
1
Houd bij het afnemen rekening met
de lengte van de kabelverbindingen
tussen het batterijvak en het bovendeel
van de behuizing (ca. 10 cm).
Gevaar voor verwonding
De metalen borgklemmen kunnen
scherp zijn.
Wees bij het uitnemen of plaatsen van het
batterijvak voorzichtig om snijwonden te
voorkomen.
5
Plaats vier nieuwe AA-batterijen (R6) in het
batterijvak. Let op de juiste polariteit, de
negatieve-contacten van de batterij moeten tegen
de contactveren zitten.
Verwijder zo nodig de beschermkapjes van de
batterijen voordat u ze plaatst.
Uitval van de noodvoeding
Bij toepassing van gebruikte of
oplaadbare batterijen kan bij een stroom-
storing de basisfunctionaliteit niet worden
gegarandeerd.
49