NL
Werking:
Het display voor de temperatuur (3) kan afwisselend de watertemperatuur en de ingestelde
temperatuur tonen. Druk kortstondig op de SET knop op het bedieningspaneel. Het lampje (2)
knippert als de ingestelde tempratuur wordt getoond en dooft wanneer de watertemperatuur wordt
getoond.
Temperatuur instellen:
Druk 3 seconden op de SET toets om de programmeerfunctie te activeren. De laatst ingestelde tem-
peratuur verschijnt op het display. Stel met de pijltjes toetsen de gewenste temperatuur in. U kunt
een temperatuur kiezen die ligt tussen de 3˚ en 32˚C. U kunt de ingestelde temperatuur opslaan door
de SET knop 3 seconden in te drukken of door tenminste 8 seconden te wachten. Na het opslaan
toont het display de actuele watertemperatuur.
Temperatuurafwijking corrigeren:
Als de werkelijke temperatuur afwijkt van de temperatuur op het display dan kunt u de afwijking als
volgt corrigeren: Druk 6 seconden lang tegelijk op beide pijltjestoetsen tot het display gaat knip-
peren. Druk dan op de één van de pijltjestoetsen om de afwijking te corrigeren. De temperatuur kan
met maximaal -1,5˚C tot +1,5˚C worden bijgesteld.
Beveiliging tegen overbelasting:
De koeler is uitgerust met een beveiliging tegen overbelasting. De koelcompressor heeft 3 minuten
nodig om na een reset te kunnen herstarten. De eerste herstart duurt daarna ca. 1 minuut.
Automatische in- en uitschakeling van de compressor:
Als de koelcompressor langer dan 3 minuten stopt en de watertemperatuur 1˚C boven de ingestelde
temperatuur ligt, dan zal de compressor automatisch herstarten. De compressor stopt automatisch
zodra de watertemperatuur de ingestelde waarde bereikt. Het lampje (6) bovenin het display brandt
zolang de compressor in werking is en dooft zodra deze uitgeschakeld wordt. Hetzelfde lampje knip-
pert tijdens de drie minuten wachttijd van de overbelasting beveiliging.
Display weergave P1 of P2:
Zodra de koeler automatisch wordt uitgeschakeld door een probleem met de temperatuurvoeler
verschijnt de code P1 of P2 op het display.
4. Set Temperatuur
2. Temperatuur indicator
3. Temperatuur display
Reiniging en onderhoud:
Om een optimale watercirculatie te garanderen moeten de pomp of het externe filter die gebruikt
wordt voor de voeding van de koeler regelmatig worden gereinigd conform de gebruiksaanwijzing
van het desbetreffende apparaat.
6. In werking indicator
5. Punt indicator
1. Temperatuur verhogen
7. Temperatuur verlagen