Figuur 38
1. Opvulstuk voor maaidek
(of voelermaat)
2. Scharnierverbinding
3. Begrenzerketting
4. U-bout
4.
Draai de buitenste gekartelde flensmoeren vast
(Figuur
38) met een torsie van 103 tot 127 N·m.
5.
Start de motor, laat het afgestelde maaidek
neer, breng het andere maaidek omhoog, zet
de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen.
6.
Verwijder de opvulstukken of voelermaten
(Figuur
39).
g321235
5. Gekartelde flensmoer
(binnenkant)
6. Voorzijde van de machine
7. Gekartelde flensmoer
(buitenkant)
7.
Herhaak stap
monteren (bladz. 22)
aanspannen (bladz. 24)
maaidek.
Schoonmaken onder de
maai-eenheid
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de
onderkant van de maai-eenheid.
1.
Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal
naar de neutraalstand komen en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de gashendel in de stand L
de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel
verlaat.
3.
Breng de maaidekken omhoog in de
TRANSPORTSTAND
4.
Gebruik een krik om de voorkant van de machine
op te heffen en plaats deze op kriksteunen.
5.
Reinig de onderkant van de maai-eenheid
grondig met water.
25
Figuur 39
Het opvulstuk aan het maaidek
en
De kettingen
voor het andere
ANGZAAM
.
g321240
, schakel