• De door de gebruiker gedefinieerde voorinstellingen kunnen worden opgeslagen in de instellingen bibliotheek - op deze
manier hoeven installateurs niet telkens opnieuw alle waarden te definiëren als ze een nieuwe installatie instellen.
• Door Voorinstellingen bewerken te selecteren, kunnen de aangepaste parameters als volgt worden ingesteld:
• Absorptiespanning
• Stel de absorptiespanning in
• Float (Druppellaad)-spanning
• Stel de druppellaadspanning in
• Bulk tijdslimiet
• Stel de maximale bulktijd in die is toegestaan voor de acculader.
• Re-bulk offsetspanning
• De offset van de re-bulk-spanning bepaalt wat het verschil is tussen de float-spanning (of absorptie als deze lager is)
en de re-bulkspanning. De re-bulkspanning is de accuspanning waarbij een nieuwe laadcyclus geactiveerd wordt. Als
bijvoorbeeld de acculader vanwege een hoge belasting de accuspanning niet kan handhaven, zal de accuspanning
dalen en wordt een nieuwe laadcyclus gestart zodra de accuspanning onder de re-bulkspanning daalt.
• Absorptietijd
• De absorptietijd is afhankelijk van het feit of het adaptieve absorptietijd-algoritme wordt gebruikt of niet. Als die
instelling niet is ingesteld, gebruikt de acculader een vaste absorptietijd, bepaald door de gebruiker. Als de adaptieve
absorptietijd is ingesteld, zal de acculader de absorptietijd bepalen op basis van de verstreken bulktijd van die
laadcyclus, de maximale absorptietijd wordt in dit geval ook door de gebruiker ingesteld. De minimale waarde hiervoor
is 30 minuten.
9.3.3. Voedingsmodus
In de voedingsmodus zijn dit de beschikbare instellingen
• In Functie kan er gekozen worden tussen "Acculaden" of "Voeding". Als de voedingsmodus geselecteerd wordt, dan zal de
Orion Smart de uitgangsspanning stabiel houden zoals ingesteld bij de instelling.
• In Uitgangsspanning kan de uitgangsspanning gekozen worden als de voedingsmodus is geselecteerd. Houd er rekening
mee dat de minimale en maximale spanningen binnen de limiet van het product moeten liggen (d.w.z.: 10 V tot 15 V voor een
Orion Smart met een 12 V-uitgang)
• Ingangsspanningsvergrendelinger kan gekozen worden tussen twee drempelwaarden. Eén om het afschakelniveau in te stellen
en een andere voor de herstartwaarde. Normaal gesproken wordt een minimum verschil van 0,5 V (voor een 12 V-ingang Orion
Smart) geadviseerd voor een goede werking. De beveiliging kan desgewenst door de gebruiker uitgeschakeld worden. Lees
voor meer informatie over de ingangsspanningsvergrendeling de Orion Smart-handleiding.
9.4. Productinformatie
Door op de
knop rechtsboven in het instellingenmenu te klikken, is het mogelijk om toegang te krijgen tot het
productinformatiescherm. Zie afbeelding hieronder.
Pagina 25
Orion-Tr Smart DC-DC-acculader niet-geïsoleerd
VictronConnect - Orion Smart DC-DC-
acculader