Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Creëren Van Een Originele Gebruikersvoorkeuze - Casio Privia PX-780M Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Privia PX-780M:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Selecteer om het ritme te veranderen de
bm
(ritmegroep) toetsen om de ritmegroep te
selecteren en selecteer daarna d.m.v. de
toetsen een ritmenummer.
• Selecteer om de toon te veranderen de
cr
(toongroep) toetsen om de toongroep te selecteren
en selecteer daarna d.m.v. de
toonnummer.
4.
Houd de
cs
(FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
ck
(MUSIC PRESET) toets om
een muziekvoorkeuze te verlaten.
Creëren van een originele
gebruikersvoorkeuze
Er is een muziekvoorkeuze editor om u uw eigen
originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes) te
laten creëren. Er kunnen maximaal 50
gebruikersvoorkeuzes opgeslagen worden in
muziekvoorkeuzegroep 4.
1.
Selecteer de muziekvoorkeuze die u wilt
bewerken om uw eigen gebruikersvoorkeuze
te creëren.
2.
Verander naar wens het toonnummer, het
ritmenummer en andere instellingen van de
muziekvoorkeuze.
• De hier geconfigureerde instellingen worden als een
gebruikers muziekvoorkeuze opgeslagen. Zie stap 2
onder "Selecteren van een muziekvoorkeuze"
(pagina D-28) voor de instellingen die u kunt
configureren en opslaan als een gebruikers
muziekvoorkeuze.
3.
Druk tegelijkertijd op de
ck
(RHYTHM EDITOR) toetsen.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het selecteren
van het type montagebewerking die u wilt uitvoeren.
Montagebewerkingstype
5
tot en met
(w, q)
ct
cm
tot en met
(w, q) toetsen een
ct
cs
(FUNCTION) en
4.
Bewerk de muziekvoorkeuze parameters.
4-1. Monteren van de akkoordprogressie
ct
Druk op de
(w) toets om "CHORD" te
tonen en druk op de
door te gaan naar het bewerkingsscherm voor
de akkoordprogressie.
Voer daarna de montagebewerking uit die
beschreven is onder "Monteren van de
akkoordprogressie" (pagina D-30). Druk
nadat u klaar bent met de montagebewerking
op de
dm
(EXIT) toets om terug te gaan naar
het scherm voor het selecteren van het type
bewerkingsbewerking hierboven.
4-2. Bewerken van de automatische begeleiding
parameters
Druk op de
ct
tonen en druk op de
door te gaan naar het bewerkingsscherm voor
de automatische begeleidingsparameter.
Voer daarna de montagebewerking uit die
beschreven is onder "Bewerken van de
automatische begeleiding parameters"
(pagina D-32). Druk nadat u klaar bent met de
montagebewerking op de
terug te gaan naar het scherm voor het
selecteren van het type bewerkingsbewerking
hierboven.
5.
Druk nadat u alles naar wens bewerkt heeft
op de
dm
(EXIT) toets.
• Hierdoor wordt een melding weergegeven die u
vraagt of u de gebruikersvoorkeuzes wilt opslaan.
6.
Druk op de
ct
(YES) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het selecteren
van het muziekvoorkeuzenummer en de -naam voor
het opslaan van bewerkte gegevens.
• Druk op de
ct
(NO) toets i.p.v. de
de bewerkte gegevens niet wilt opslaan.
Muziekvoorkeuzenaam
Muziekvoorkeuzenummer voor gegevensopslag
Muziekvoorkeuzes
dp
(ENTER) toets om
(q) toets om "Parameter" te
dp
(ENTER) toets om
dm
(EXIT) toets om
ct
(YES) toets als u
D-29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave