X-861 Series 3D Wieluitlijner
Gebruikershandleiding
3.2 Uitlijningsmeting
Start de uitlijning na de voorcontrole.
3.3 Aanpassing
In de uitlijningsmeting, gebaseerd op de meetresultaten, gecombineerd met de werkelijke
foutverschijnselen in de uitlijning van het voertuig, met verwijzing naar de OEM-gegevens,
overeenkomstige aanpassingen maken volgens de werkelijke situatie.
3.4 Testrun
Voer een testrit uit nadat de uitlijning is afgesteld om te controleren of de foutverschijnselen zijn
verholpen. Voer anders de afstelling opnieuw uit.
4.1 Voorbereiding voor de test
1)
Vraag de eigenaar naar problemen met de rijeigenschappen, symptomen en geschiedenis van de
wieluitlijning, en zoek informatie over het voertuig zoals land van herkomst, merk, model en
bouwjaar, enz.
2)
Controleer en vergrendel de draaikransen en zijslipplaten, plaats de passerelle, rijd het voertuig op
de lift en laat het voorwiel ongeveer in het midden van de draaikrans staan. Wanneer het voertuig in
de gewenste positie staat, centreer dan het stuur en vergrendel het stuur met de stuurwielhouder.
Plaats de wielkeg bij de achterwielen om te voorkomen dat het voertuig wegglijdt en zet de handrem
los. Til het voertuig op tot de uitlijnhoogte.
3)
Controleer elk chassisonderdeel zorgvuldig, inclusief stofhoes, lagers, tuimelaar, driepootkogel,
schokdemper, trekstangkogel en stuurmechanisme, op loszitten of slijtage. Controleer vervolgens of
de bandenspanning, bandenmaat en profiel van het linker- en rechterwiel gelijk zijn.
4)
Monteer de klemmen en het doel op de wielen en vergrendel de klemmen.
5)
Steek de stekker van de 3D wieluitlijner in een standaard stopcontact met drie aansluitingen.
4.2 Bediening van software
Schakel de stroom in, start de computer op en ga direct naar de hoofdinterface van het meetprogramma.
Er zijn 6 functieknoppen op de hoofdinterface: Uitlijningscontrole, Systeeminstellingen, Algemene
instellingen, Rapport afdrukken, Help, Afsluiten. Zie afbeelding 4.1:
8
Hoofdstuk 4 Bedieningsinstructies
www.newsmartsafe.com