Figuur 71
1. Dop van reservetank
2. Reservetank
5.
Maak de onderste radiateurslang los en laat de
koelvloeistof in een opvangbak lopen.
Opmerking:
Als er geen koelvloeistof meer
uitstroomt, sluit u de onderste radiateurslang
weer aan.
6.
Vul de radiateur langzaam met een oplossing
die half uit water, half uit permanente
ethyleenglycol-antivries bestaat
7.
Vul de radiateur bij en plaats de dop terug
(Figuur
70).
8.
Vul de reservetank voor koelvloeistof langzaam
totdat het peil de onderkant van de vulbuis
bereikt
(Figuur
71).
9.
Plaats de dop van de reservetank terug
71).
10.
Start de motor en laat deze draaien tot hij warm
is.
11.
Schakel de motor uit, controleer het
koelvloeistofpeil en vul indien nodig koelvloeistof
bij.
Onderhouden remmen
Remvloeistofpeil
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd
hierbij de kortste periode aan)—Remvloeistof
verversen.
Type remvloeistof: DOT 3-remvloeistof
Opmerking:
de fabriek gevuld met DOT 3-remvloeistof.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
g026143
2.
Stel de parkeerrem in werking.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
De motorkap verwijderen.
5.
Controleer het vloeistofpeil in het reservoir voor
de remvloeistof
Opmerking:
Vol-markering op het reservoir staan.
(Figuur
1. Reservoir voor remvloeistof
56
dagelijks—Remvloeistofpeil
controleren. (Controleer het
vloeistofpeil voordat de motor
voor het eerst wordt gestart, en
vervolgens dagelijks.)
Het reservoir voor de remvloeistof is in
(Figuur 72
en
Figuur
Het vloeistofpeil moet tot aan de
Figuur 72
73).
g009817