1. Hendel van laadbak
De laadbak laten zakken
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit
de buurt van de bak als u deze neerlaat.
Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten
zakken
(Figuur
21).
De achterlaadklep openen
1.
Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is.
2.
Zet de sluitingen aan de linker- en rechterzijde
van de laadbak los en laat de achterlaadklep
zakken
(Figuur
22).
Figuur 21
g024612
1. Vergrendelhandgreep
2. Grendelopening
Motor starten
Belangrijk:
Probeer de motor niet te starten
door de machine aan te duwen of te slepen. De
aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen.
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Schakel de aftakas en het hydraulische systeem
met hoge stroming (indien aanwezig) uit en zet
de gashendel (indien aanwezig) in de stand U
3.
Zet de transmissiehendel in de stand P
(
PARKEREN
4.
Controleer of de hydraulische hefhendel in de
stand U
IT
5.
Trap het rempedaal in.
Opmerking:
niet aan.
6.
Steek het sleuteltje in het contact en draai dit
naar rechts om de motor te starten.
Opmerking:
motor start.
Opmerking:
Belangrijk:
startmotor oververhit raakt, mag u de
startmotor niet langer dan 15 seconden in
26
Figuur 22
3. Vergrendelpen
).
staat (middelste stand).
Raak met uw voet het gaspedaal
Laat het sleuteltje los zodra de
Het oliedruklampje moet uitgaan.
Om te voorkomen dat de
g026141
.
IT