Auto Flash (automatische flitser) - de flitser gaat alleen af als de
lichtomstandigheden dit vereisen. Wanneer de foto wordt gemaakt,
flitst de camera twee keer: één keer om de belichting in te stellen en
één keer om de foto te maken.
Flash Off (uit) - de flitser gaat nooit af.
Fill Flash (invulflitser) - de flitser gaat bij elke foto af, ongeacht
de belichtingsomstandigheden. Wanneer de foto wordt gemaakt,
flitst de camera twee keer: één keer om de belichting in te stellen en
één keer om de foto te maken.
Red-eye (rode ogen) - de flitser gaat één keer af om de ogen van
de persoon aan het flitslicht te laten wennen, en dan nogmaals als de
foto wordt gemaakt. 'Rode ogen' blijft van kracht, totdat u deze
instelling wijzigt. Zie
Close-up. Wanneer de foto wordt gemaakt, flitst de camera drie keer:
één keer om de belichting in te stellen, één keer om het rode-
ogeneffect te reduceren en één keer om de foto te maken.
OPMERKING: Alle flitsopties (behalve Rode ogen) worden op automatisch
gezet als de camera wordt uitgezet.
De camera gebruikt lage sluitersnelheden in een slecht verlichte
omgeving als de flitser is uitgeschakeld. Let op dat u de camera
niet beweegt bij het afdrukken. Gebruik een statief of zorg
ervoor dat u de camera op een stevige ondergrond plaatst.
Digitale zoom gebruiken
Met de digitale zoom kunt u het object tot twee maal dichter naar u toe
brengen. Als digitale zoom is ingeschakeld, beweegt de lens niet.
BELANGRIJK: Als u digitale zoom gebruikt, is het mogelijk dat de
afdrukkwaliteit minder goed is.
16
Hoofdstuk 2
pagina 17
voor een uitzonderingsgeval bij