Nederlands
9. De modelspoorbaan verdelen
Deel uw modelspoorbaan in verschillende, elektrisch van elkaar
gescheiden stukken op, die telkens met een eigen Booster worden
gevoed. Maak de overgangen tussen de Boosterdelen zodanig dat ze zo
min mogelijk worden gepasseerd. Een indeling zoals hieronder is
gebruikelijk:
§
Station / Locdepot
§
Hoofdspoor (evt. in meerdere stukken)
§
Lokaalspoor (evt. in meerdere stukken)
De toevoer van de boosterstroom in de rails moet om de 2 tot 3 m
gebeuren, daar de weerstanden van de railovergangen vrij hoog zijn.
Worden de afstanden te groot gekozen dan kan dat problemen
opleveren bij de kortsluitherkenning of met de stroomverzorging van de
voertuigen.
Bij overgangen tussen de boosterdelen moet u isolatie aanbrengen: bij
een 2 geleider railsysteem op de spoorstaaf die als datadrager wordt
gebruikt en bij een 3 geleider systeem op de middengeleider.
10. De booster aansluiten
Sluit de booster overeenkomstig de onderstaande tabel aan op de
centrale, de rails, de stroomverzorging en de drukknop. Let op het
aansluitplan fig. 5.
Pagina 88
B-2