Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS
• Het positieve en negatieve zijn verwisseld bij aansluiting op de controller, lees de volgende paragraaf: "Omgekeerde PV-
polariteit".
5.3.4. Omgekeerde PV-polariteit
In het geval van omgekeerd PV-voltage zal de zonnelader geen fout aangeven. De enige manier om dat te zien is door de
volgende tekens:
• De controller laadt de accu's niet op.
• De controller wordt warm.
• Het PV-voltage is zeer laag of nul volt.
Als dit het geval is, controleer dan op omgekeerde polariteit door ervoor te zorgen dat de positieve PV-kabel is aangesloten op de
positieve PV-klem en de negatieve kabel is aangesloten op de negatieve klem.
5.3.5. PV-Voltage te hoog
Het PV-voltage zou nooit hoger moeten zijn dan het maximale gespecificeerde PV-voltage van de zonnelader. Het maximale PV-
voltage is afgedrukt op de voorkant of op de zijkant van de behuizing van de controller.
De zonnelader stopt met opladen als het PV-voltage hoger is dan het maximale gespecificeerde PV-voltage. Tegelijkertijd zal het
een overvoltagefout # 33 weergeven en snel knipperen met de absorptie- en float-LED.
Laden zal niet verder gaan totdat het PV-voltage 5 V lager is dan het gespecificeerde maximum.
Kijk bij het onderzoeken van een hoog voltage probleem ook naar de geschiedenis van de VictronConnect-app, het
zonneladerbeeldscherm of het GX-apparaat. Controleer het hoogste PV-voltage voor elke dag (Vmax) en kijk ook voor vorige
overvoltagemeldingen.
VictronConnect: schermafbeelding van een fout #33 en een schermafbeelding van de historie die een fout aangeeft
Controleer de open circuit voltage (Voc) specificatie van de PV-reeks. Verzeker dat dit minder is dan het maximum
gespecificeerde voltage van de zonnelader. Gebruik de MPPT-maatcalculator op de
productpagina van de
zonnelader. Als de PV-
reeks zich in koude klimaten bevindt of als de nachttemperatuur dichtbij of onder 10 °C daalt, kan de PV-reeks meer leveren dan
zijn gespecificeerde Voc. Als vuistregel, handhaaf een veiligheidsmarge van 10 %.
Overvoltage kan de zonnelader beschadigen, afhankelijk van met hoeveel het maximale PV-voltage was overschreden. Deze
schade valt niet onder de garantie.
5.3.6. Accu vol
Zodra de accu vol is, stopt de zonnelader met opladen of vermindert de laadstroom aanzienlijk.
Dit is vooral het geval wanneer de DC-belastingen in het systeem tegelijkertijd geen stroom van de accu verbruiken.
Om erachter te komen wat de laadstatus (SoC) van de accu is, kijk op de accubewaker (indien aanwezig), of kijk in welke
laadfase de controller zich bevindt. Merk ook op dat de zonnecyclus (kort) door deze laadfases heen gaat aan het begin van de
dagelijkse oplaadcyclus:
• Bulkfase: 0 - 80 % SoC
• Absorptiefase 80 - 100 % SoC
• Float- of opslagfase: 100 % SoC.
Pagina 26
Gids voor probleemoplossing - MPPT