Foutieve waarden van de wind- en regensensor
Indien u de meetwaarden van de wind- en regensensor met andere weerstations of de
informatie op het internet wilt vergelijken, moet u in acht nemen, dat de plaatselijke
condities sterke invloed op de meetwaarden hebben.
Afwijkingen bij de windsnelheid en windrichting worden bijvoorbeeld door gebouwen of
bomen veroorzaakt. Hetzelfde geldt bij de regen-waarde.
Controleer de regensensor, of de opvangtrechter een of meerdere bladeren bevat en
verwijder deze.
Controleer of de buitensensor correct is gemonteerd. De markeringen voor de
hemelsrichtingen vindt u op de bovenkant van de buitensensor (zie hoofdstuk 8. c)
Controleer de bevestiging van de buitensensor, eventueel heeft zich deze door de wind
verdraait (bijv. door een storm). In dit geval zal de windrichting niet meer juist zijn.
16.
Reikwijdte
De reikwijdte voor de overdracht tussen buitensensor en het basisstation bedraagt onder
optimale condities max. 150 m, tussen binnensensor en het basisstation tot 100 m.
Deze reikwijdte is echter de zogenaamde "vrije veld" –reikwijdte. (De reikwijdte bij
direct zichtcontact tussen zender en ontvanger, zonder storende invloeden).
In de praktijk bevinden zich echter muren, kamerplafonds enz. tussen de zender en
ontvanger, waardoor de reikwijdte vermindert.
Op basis van de diverse invloeden op de draadloze overdracht kan echter geen bepaalde
reikwijdte worden gegarandeerd. Normaalgesproken is het gebruik in een eengezinswoning
zonder problemen mogelijk.
De reikwijdte kan soms sterk verminderd worden door:
Muren, plafonds uit gewapend beton, gebouwen uit stalen constructie enz.
Bomen, rotsen
Gecoate ramen met isolatieglas
Nabijheid t.o.v. metalen en geleidende voorwerpen (bijv. radiatoren)
Nabijheid t.o.v. het menselijk lichaam
Andere apparaten op dezelfde frequentie (bijv. draadloze hoofdtelefoons, draadloze
luidsprekers.)
Nabijheid t.o.v. elektrische motoren, transformatoren, voedingen, computers, kabels enz.
26