Aanwezigheidsmelder thePrema P360 KNX
2.4
Parameters
Vooraf ingestelde waarden zijn vet gemarkeerd.
2.4.1 Algemeen
Parameternaam
Waarden
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus Master
Cyclustijd
Parallelschakeling
Functie kanaal C1 - licht
Constante lichtrege-
Functie kanaal C2 - licht
Constante lichtrege-
Functie kanaal C3 - licht
Functie kanaal C4 - aan-
wezigheid
Functie kanaal C5 - aan-
wezigheid
1103080402 / 02.2016 © Theben HTS AG
Betekenis
Master Een Master heeft de mogelijkheid om het licht te regelen (schakelen of constante lichtrege-
ling) en de aanwezigheidsinformatie door te sturen.
Slave Slaves worden gebruikt om het detectiebereik uit te breiden. Ze leveren uitsluitend aanwe-
zigheidsinformatie aan de Master.
De parameter < Cyclustijd parallelschakeling > wordt weergegeven.
Let op de opmerkingen over de parallelschakeling in hoofdstuk 4 pagina 36.
Enkelvoudige
Aanwezigheidsmelder werkt als autonoom apparaat.
schakeling
Parallelschakeling Parallelschakeling: Afhankelijk van de behoefte worden ter uitbreiding van het detectie-
bereik op één „Master" extra melders als „Slave" aangesloten of meerdere „Masters"
worden met elkaar verbonden.
De parameter < Cyclustijd parallelschakeling> wordt weergegeven.
Let op de opmerkingen over de parallelschakeling in hoofdstuk 4 pagina 36.
30 seconden
Elke melder zendt bij het herkennen van bewegingen maximaal twee AAN-telegrammen per
minuut. De afstand tussen twee telegrammen kan op max. 4 minuten worden ingesteld om
1 minuut
het aantal telegrammen te beperken.
2, 3, 4 minuten
Men dient erop te letten dat de afstand tussen twee triggertelegrammen altijd kleiner
wordt gekozen dan de nalooptijd.
Licht schakelen Het kanaal C1 licht schakelt een lichtgroep afhankelijk van de aanwezigheid van personen
en van de huidige lichtsterkte.
Constante lichtre-
Het kanaal C1 licht regelt een lichtgroep afhankelijk van de aanwezigheid van personen en
geling
van de op dat moment ingestelde lichtsterkte.
Het kanaal C1 licht regelt een lichtgroep afhankelijk van de huidige lichtsterkte.
ling zonder aanwe-
zigheidsinvloed
niet-actief De aanwezigheidsmelder wordt niet gebruikt voor de lichtregeling.
Licht schakelen Het kanaal C2 licht schakelt een lichtgroep afhankelijk van de aanwezigheid van personen
en van de huidige lichtsterkte.
Constante lichtre-
Het kanaal C2 licht regelt een lichtgroep afhankelijk van de aanwezigheid van personen en
geling
van de op dat moment ingestelde lichtsterkte.
Het kanaal C2 licht regelt een lichtgroep afhankelijk van de huidige lichtsterkte.
ling zonder aanwe-
zigheidsinvloed
niet-actief Kanaal C2 licht wordt niet gebruikt. De bijbehorende parameters en objecten worden niet
weergegeven.
Licht schakelen Het kanaal C3 licht schakelt een lichtgroep afhankelijk van de aanwezigheid van personen
zonder lichtsterkte-invloed.
niet-actief Kanaal C3 licht wordt niet gebruikt. De bijbehorende parameters en objecten worden niet
weergegeven.
actief De parameterpagina "Kanaal C4 aanwezigheid" wordt getoond. Het kanaal C4 aanwezig-
heid schakelt overige regelsystemen zoals HLK-systemen afhankelijk van de aanwezigheid
van personen resp. zendt de aanwezigheidsinformatie naar hogere systemen (onafhankelijk
van de lichtsterkte).
niet-actief De aanwezigheidsmelder wordt niet gebruikt voor de aansturing van HLK-toepassingen.
actief De parameterpagina "Kanaal C5 aanwezigheid" wordt getoond. Het kanaal C5 aanwezig-
heid schakelt overige regelsystemen zoals HLK-systemen afhankelijk van de aanwezigheid
van personen resp. zendt de aanwezigheidsinformatie naar hogere systemen (onafhankelijk
van de lichtsterkte).
niet-actief De aanwezigheidsmelder wordt niet gebruikt voor de aansturing van HLK-toepassingen.
Pagina 17 van 57
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.