WEERSTATION
OPMERKING: Voor nauwkeurige metingen dient u het weerstation uit de buurt van grote hitte of koude te houden en ervoor te
zorgen dat de andere sensoren ook beschermd zijn tegen direct zonlicht, regen of hitte.
Knoppen Inleiding
Knoppen
Functies
[SET]
Normale modus:
• Houd de knop ingedrukt om de handmatige instelmodus te openen.
[+/
]
Normale modus:
• Houd de knop ingedrukt om de smart pairing modus te activeren
• Houd nogmaals ingedrukt om de AP pairing modus in te schakelen.
Handmatige instellingsmodus:
• Druk om de waarde te verhogen
• Houd de knop ingedrukt om de waarde continu te verhogen.
[-]
Handmatige instellingsmodus:
• Druk om de waarde te verlagen
• Houd de knop ingedrukt om de waarde continu te verlagen.
[SENSOR]
Normale modus:
• Druk hierop om van kanaal te veranderen.
• Houd de knop ingedrukt om naar de pairing modus te gaan en
Normale modus:
• Druk hierop om de helderheidsfunctie van de
[
]
• Houd de knop ingedrukt om de automatische
Handmatige instellingsmodus:
• Druk om af te sluiten.
Comfortniveau-indicator binnenshuis
DROOG: Luchtvochtigheid ≤40%
COMFORT: 40% ≤ luchtvochtigheid ≤ 70% 20℃ (68°F) ≤ temperatuur ≤ 28℃ (82.4 °F)
NAT: Luchtvochtigheid ≥ 70%
De comfortniveau-indicator verschijnt niet op het LCD-scherm wanneer:
luchtvochtigheid ≤ 40%, luchtvochtigheid ≤ 70%,
temperatuur > 28℃ (82,4 °F) of temperatuur < 20 ℃ (68°F)
20
opnieuw verbinding te maken met de sensor.
achtergrondverlichting in te schakelen.
achtergrondverlichting in en uit te schakelen.