8. Het product onderhouden of repareren
Controleer het volgende met geschikte tussenpozen, bij voorkeur
dagelijks:
•
debiet en druk
•
geluidsniveau.
Wij adviseren u de bedrijfsgegevens in een logboek te noteren
aangezien deze van pas kunnen komen in verband met onderhoud
wanneer u schommelingen in de pompcapaciteit wilt identificeren
en hierop wilt reageren.
Voor meer informatie over onderhoud en service raadpleegt u de
afzonderlijke documenten die bij elk onderdeel worden geleverd en
het Grundfos Product Center. http://product-
selection.grundfos.com/.
Als u vragen hebt, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde
Grundfos-vestiging of het dichtstbijzijnde servicepunt.
9. Inschakelen na stilstand
Volg de normale inschakelprocedure stap voor stap.
9.1 Frequentie van in- en uitschakelingen
De volgende frequentie van starten en stoppen wordt aanbevolen.
Minimaal 1 per jaar.
Maximaal 20 per uur.
Maximaal 100 maal per dag.
8" modules: Maximaal 20 maal per dag.
10. Het product buiten werking stellen
Tref voorafgaand aan perioden van inactiviteit verschillende
voorzorgsmaatregelen om het systeem te beschermen.
De specifieke te treffen voorzorgsmaatregelen worden
weergegeven in de tabel:
Actie
Spoel de pomp door.
Vul de pomp met zoetwater.
3)
Conserveer de pomp.
3)
Gebruik dezelfde oplossing als wordt gebruikt bij het conserveren van de
membranen.
Raadpleeg de paragraaf over spoelen en zoutgehalte voor meer
informatie.
Spoel de pompen door om te voorkomen dat stilstaand
zeewater het begin van corrosie binnen in de pomp kan
veroorzaken.
Gerelateerde informatie
7.2.1.2 Spoelen van de boostermodule
11.1 Bescherming tegen bevriezing
10.1 Uitschakelen van de pomp
1. Schakel de toevoerpomp uit.
2. Start de zoetwaterpomp en spoel het systeem met zoet water,
minimaal 2 bar voor het spoelen.
3. Spoel het systeem door totdat het zoutgehalte minder is
geworden dan 500 ppm TDS. Spoel alleen bij
ontziltingstoepassingen waarbij zeewater of vergelijkbare
agressieve vloeistoffen worden verpompt.
4. Schakel de zoetwaterpomp uit.
5. Sluit alle kleppen om het zoetwater in het systeem te houden
tijdens de afsluiting.
14
Periode van inactiviteit
Meer dan 6
Langer dan
uur
1 maand
x
x
x
x
x
Verlaag de stroomsnelheid tot maximaal 10% van het
nominale debiet als het spoelen meer dan 10 minuten
duurt.
Tijdens perioden van inactiviteit vult u de pompen met
schoon zoetwater.
11. Opslag
VOORZICHTIG
Beknelling van de voeten
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
De pomp moet in droge omstandigheden worden
opgeslagen.
‐
Let op het zwaartepunt dat op de doos is aangegeven
bij het ophijsen van de pomp.
‐
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Conserveer de pompen tijdens de opslag nooit met
glycerine of vergelijkbare vloeistoffen die agressief voor
de pompmaterialen zijn.
Tijdens opslag mogen de boostermodules alleen worden geplaatst
in de posities zoals getoond in de afbeelding hieronder.
Voorafgaand aan de opslag moeten de boostermodules worden
doorgespoeld met schoon zoetwater. Zie de paragraaf over spoelen
van de boostermodule.
Eisen aan de plaatsing
Pos.
Beschrijving
1
Toegestaan
2
Niet toegestaan
Als de module langer dan een jaar is opgeslagen, moet de
motorvloeistof worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgevuld.
Motoren van standaardmodules worden in de fabriek gevuld met
een Grundfos motorvloeistof, SML-3, die vorstbestendig is tot -20
°C.
Motoren van modules in speciale uitvoeringen kunnen worden
gevuld met gedemineraliseerd water, dat niet vorstbestendig is.
Gerelateerde informatie
7.2.1.2 Spoelen van de boostermodule
11.1 Bescherming tegen bevriezing
Als de module moet worden opgeslagen, moet de opslag
plaatsvinden op een vorstvrije locatie of moet worden gezorgd dat
de motorvloeistof vorstbestendig is.
1
2