Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatische Bewakingsapparaten; Controle Van De Werking - Grundfos BM Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Aanbevolen druk
Voordruk
Type
Min.
[bar]
[psi]
BM 4"
0,5
7,25
Standaard en
N-versie
BM 4"
0,5
7,25
R-versie
BM 6"
0,5
7,25
Standaard en
N-versie
BM 6"
0,5
7,25
R-versie
BM 8"
1
14,5
Standaard en
N-versie
BM 8"
1
14,5
R-versie
BM hp 6"
0,5
7,25
BM hp 8"
1
14,5
1)
Neem contact op met Grundfos als hogere drukken vereist zijn.
2)
Als de maximale zuig-/persdruk wordt overschreden, moet een
veiligheidsklep worden geïnstalleerd.
7.2.1.1 Koeling
De temperatuur- en debietgrenzen in de onderstaande tabel
moeten in acht worden genomen om voldoende koeling van de
motor te waarborgen.
Maximaal toegestane vloeistoftemperatuur
Maximale
stroomsnelhei
vloeistoftem
Motoren
peratuur
[°C]
[°F]
Grundfos 4"
40
104
Grundfos 6"
40
104
Grundfos 8"
40
104
7.2.1.2 Spoelen van de boostermodule
Wanneer een module wordt gespoeld, moet het debiet worden
gereduceerd tot maximaal 10% van het nominale debiet bij een
minimale druk van 2 bar. De modules moeten worden uitgeschakeld
terwijl het systeem wordt gespoeld. Zie de paragraaf over
bediening.
Bij het verpompen van water met een zoutgehalte van
meer dan 2000 ppm NaCl moet de module worden
doorgespoeld in de stroomrichting zoals hieronder
beschreven.
De spoelprocedure hangt af van de bedrijfstoestand:
Periodiek bedrijf
Als de boostermodule langer dan 30 minuten moet worden
uitgeschakeld, moet deze ca. 10 minuten worden doorgespoeld
met schoon zoetwater. Het spoelen moet worden voortgezet
totdat de module volledig is gevuld met schoon zoetwater. Het
zoutgehalte van het spoelwater moet lager zijn dan 500 ppm
aan de perszijde.
Continu bedrijf
BM:
Eens per 24 uur moet de module worden uitgeschakeld en
doorgespoeld met de verpompte vloeistof door middel van de
voedingspomp.
BM hp:
12
1)
Afvoerdruk
2)
2)
Max.
Max.
[bar]
[psi]
[bar]
[psi]
50
725
82,7
1200
60
870
82,7
1200
50
725
82,7
1200
60
870
82,7
1200
25
362
82,7
1200
60
870
82,7
1200
80
1160
82,7
1200
80
1160
82,7
1200
Minimale
Minimaal debiet
d voorbij de
motor
3
[m/s (ft/s)]
[m
/h (US GPM)]
≥ 0,15 (0,49)
≥ 0,8 (3,5)
≥ 0,15 (0,49)
≥ 5,5 (24)
≥ 0,15 (0,49)
≥ 18,5 (81,5)
Vanwege een interne omloopleiding is het niet nodig om de BM
hp boostermodules elke 24 uur te stoppen.
Onderbreking van bedrijf
In geval van stroom-, pomp- of motorstoring moet de
boostermodule worden gekoeld en doorgespoeld met schoon
zoetwater. De aftapplug kan worden gebruikt bij het spoelen van
de boostermodule. De boostermodule kan ook worden
losgekoppeld, verwijderd, gedemonteerd en gereinigd met
schoon zoetwater.
Gerelateerde informatie
7.2 Bedrijf

7.3 Automatische bewakingsapparaten

Ter bescherming van de modules tegen drooglopen en om een
minimaal debiet van koelwater langs de motoren te waarborgen,
moet het systeem zijn uitgerust met voorzieningen voor debiet- en
drukbewaking. Zie de paragraaf over boostermodules in serie en
parallel geschakeld.
De drukschakelaar aan de zuigzijde wordt ingesteld
overeenkomstig de geschatte voordruk. Bij een druk lager dan 0.5
bar voor BM 4" en BM/BM hp 6", en 1 bar voor BM/BM hp 8", wordt
een alarm gegeven en moet de module zonder vertraging worden
uitgeschakeld.
Alle uitlaataansluitingen naar het systeem moeten zijn voorzien van
een debietschakelaar die het systeem stopt bij de ingestelde
minimale debieten.
De bovengenoemde bewakingsinrichtingen waarborgen een
correcte voordruk en een minimaal debiet van koelwater langs de
motor.
Als de modules automatisch worden uitgeschakeld, adviseren we
automatisch spoelen. Zie de paragraaf over spoelen van de
boostermodule.
Gerelateerde informatie
5.1 Boostermodules in serie en parallel geschakeld
7.2.1.2 Spoelen van de boostermodule

7.4 Controle van de werking

Afhankelijk van het aantal bedrijfsuren van de modules moet het
volgende met geschikte tussenpozen worden gecontroleerd:
doorstroming
startfrequentie
regel- en beveiligingsapparaten
vloeistoftemperatuur
minimaal debiet door de modules tijdens bedrijf.
Als een van de bovenstaande controles abnormale bedrijfsdetails
aan het licht brengt, moet de inspectie worden uitgevoerd in
overeenstemming met paragraaf 'Storingen opsporen'.
Wij adviseren u het logboek in de bijlage te gebruiken.
Gerelateerde informatie
12. Storingen opsporen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bm hpBm 4Bm 6Bm hp 6Bm 8Bm hp 8

Inhoudsopgave