Einde van het werk
1. Leeg het apparaat altijd aan het einde van de werkdag. Volg hierbij de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Het apparaat leegmaken".
2. Sluit de elektrische voeding uit via de hoofdschakelaar.
3. Sluiten de externe waterkraan.
4. Voer het vereiste onderhoud uit volgens de instructies in het hoofdstuk
"Onderhoud".
5. Maak het apparaat schoon zoals beschreven in het hoofdstuk "Reiniging".
6. Laat, indien mogelijk, de deur op een kier staan om onaangename geurtjes te
voorkomen.
6.2
Reiniging en onderhoud
•
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
•
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
NL
•
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
•
Was het apparaat niet onder een straal water onder druk.
Dagelijkse reiniging en onderhoud
Aan het einde van de werkdag moeten de schermen, sproeiarmen en andere
toebehoren grondig gereinigd worden.
Het zorgvuldig reinigen is de belangrijkste voorwaarde voor het behouden van een
lange levensduur van het apparaat. Correcte reiniging en desinfectie van het
apparaat is een basisvoorwaarde voor effectief afwassen.
AANWIJZING: Om het leegpompen met de afvoerpomp goed te laten
verlopen, moet de afvoerslang op de juiste hoogte liggen (maximaal 1
meter).
26 / 32
Gebruiksinstructie en onderhoud
110644