Installatieinstructie
•
Nooit het apparaat blootstellen aan slechte weersomstandigheden (regen, zon,
enz.)
Afb. 13
5.3
Elektrische aansluiting
•
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan
struikelen.
•
Bij normaal bedrijf of normaal onderhoud mag de aansluitkabel niet worden
uitgerekt of geplet.
Afb. 14
110644
•
Om de stabiliteit te garanderen moet u het
apparaat waterpas stellen door de voeten
naar binnen of naar buiten te schroeven.
•
De correcte nivellering is noodzakelijk voor
optimale prestaties van het apparaat.
•
Er is een universele hoofdschakelaar nodig,
die alle contacten uitschakelt, ook de neutrale
schakelaar. De gescheiden contacten moeten
een afstand van ten minste 3 mm hebben. De
schakelaar moet geactiveerd worden door
een thermomagnetische beveiliging of
verbonden zijn met de zekeringen. De
zekeringen en de schakelaar moeten
ontworpen zijn in overeenstemming met de
capaciteit die op het typeplaatje vermeld
staat.
•
De hoofdschakelaar moet op de
elektriciteitsleiding dicht bij de plaats van
installatie worden geplaatst. Er mag slechts
één apparaat permanent op de
hoofdschakelaar aangesloten zijn.
•
Controleer of de technische specificaties van
het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de
lokale stroomvoorziening.
NL
13 / 32