Onderhoudswerkzaamheden
7. Bepaal de volgende meetwaarden voor voedingswater, permeaat en concentraat-
afvoerkanaal:
•
Geleidbaarheid
•
Totale hardheid
•
Temperatuur
•
Volumestroom
•
Rendement
a Bepaal deze meetwaarden opnieuw, indien de membraanmodules gespoeld of
vervangen zijn.
b Kalibreer evt. de geleidbaarheidsmeting opnieuw.
8. Reinig de magneetkleppen voor voedingswater en spoelwater.
a Controleer na de reiniging de werking en dichtheid van de magneetkleppen.
9. Controleer alle kabels en verbindingen op beschadiging en controleer of deze goed
vastzitten.
10. Controleer de mechanische en elektrische werking van alle aggregaten: zoals
kleppen, HD-pomp.
a Controleer de minimumdruk aan de drukschakelaar.
b Controleer en reinig de geleidbaarheidssonde.
11. Controleer de elektronica-printplaat optisch op beschadigingen.
12. Controleer de installatie op dichtheid – visuele controle van alle buizen, slangen en
aansluitingen op vrijkomend water.
13. Controleer de toestand en de aanwezigheid van de waarschuwingsstickers – in
geval van slijtage/onleesbaarheid vervangen.
14. Reset het onderhoudsinterval en evt. de meterstanden.
15. Voer alle gegevens en werkzaamheden in het bedrijfslogboek in (zie hoofdstuk
13).
Onderhoud
53 | 68