6. Eigen controle, onderhoud en controle
6.4 Afvoer
De uit de installatie verwijderde stoffen
zoals het slib en het bij de reiniging van
de installatie beschikbaar gekomen
spoelwater kunnen koolwaterstoffen en
zware metalen bevatten. Daarom moe-
ten deze overeenkomstig de geldende
wettelijke regelingen worden afgevoerd.
Dit moet een erkend inzamelaar ophalen.
6.5 Grondige visuele controle
Voor het inspecteren van het sedimenta-
tietraject kan er gebruik worden
gemaakt van een zelfrijdende rioolca-
mera. Deze zelfrijdende rioolcamera,
voorkeur kleurencamera, rijdt over de
onderste stromingsremmer. De onder-
ste sedimentatieruimte kan door de
stromingsscheider heen optisch worden
geïnspecteerd.
Niveau onderhoudsconsole = gelijk
aan bovenzijde stromingsremmer
Controle van de reiniging d.m.v. een
rioolinspectiecamera. De camera staat op de
onderhoudsconsole van een SediPipe L - installatie
Als bewijs van de afvalverwijdering
volgens de voorschriften moeten de
wettelijke afvalverwijderings- en over-
namebewijzen samen met de aanteke-
ningen in het gebruikslogboek worden
vastgelegd.
Daarbij vergemakkelijkt de onderhouds-
console het plaatsen van de rijwagen
evenals het geleiden van de cameraka-
bel. Er moeten passende geleiderollen
worden gebruikt. De inspectietechniek
moet worden gekozen volgens de DWA-
werk- en merkbladserie DWA-A/M 149
"Registratie en beoordeling van de toe-
stand van afwateringssystemen buiten
Gereinigde installatie zonder bezinksel, hier bij
de stromingsscheider
LET OP
De afvalrechtelijke bepalingen bij
het afvoeren van de uit de installatie
verwijderde stoffen moeten in acht
worden genomen.
gebouwen" en worden afgestemd op
buisdoorsnede en buismateriaal.
FRÄNKISCHE | EWA SediPipe L | NL
23