4. Inbouw
4.15 Installatie vullen
Ter afsluiting van de werkzaamheden
moet de installatie tot aan de lijn con-
tinue opstuwing met water worden
gevuld. Alleen dan is het tegenhouden
van drijvende stoffen en lichte vloei-
stoffen via de dompelwand gewaar-
4.16 Plaatsing van meerdere SediPipe L-installaties
In de hiervoor vermelde punten van
de inbouwhandleiding wordt de stan-
daard inbouw als enkelvoudige instal-
latie beschreven. Onderstaand wordt
de situatie beschreven van meerdere
SediPipe's i.c.m. de minimaal benodig-
de ruimte.
Minimale
werkruimte c.
DIN 4124
Axiale plaatsing
18
FRÄNKISCHE | EWA SediPipe L | NL
borgd. De installatie moet worden
gevuld met water (bijv.: drinkwater,
gebruikswater, gezuiverd afvalwater uit
de installatiereiniging), dat voldoet aan
de plaatselijke bepalingen voor locaties
waar water naartoe wordt geleid.
Let erop dat u voldoende ruimte over-
houdt voor de toe te passen hulpstuk-
ken bij het aansluiten van de SediPipe
installatie op de verdeelput.
1,30/1,00
Bodemplaat
1,30/1,00
D
= 0,93
L = XX,XX m
A
BELANGRIJK
Volume continue opstuwing,
zie hoofdstuk 3.4
LET OP
Bij de opvul- en verdichtingswerkzaam-
heden moet erop worden gelet dat de
installatieonderdelen niet worden
beschadigd. De inbouwvoorschriften
voor enkelvoudige installaties moeten in
acht worden genomen.
Bodemplaat
1,30/1,00
Minimale
D
= 0,93
A
werkruimte c.
DIN 4124
Versprongen plaatsing
1,30/1,00
1,00
L = XX,XX m