6
Elektrische aansluiting
6.1
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten overspan-
ningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten of losmaken.
6.2
Aansluiting VEGAMET 141
1
1 2
3
+ -
3
41 42
L+ N-
4
91 92
Fig. 7: Aansluitschema VEGAMET 141
1
Sensoringang (actief/passief)
2)
2
HART-bussen voor aansluiting van een VEGACONNECT
3
4 ... 20 mA-stroomuitgang
4
Voedingsspanning van de regelaar
5
Relaisuitgang 1
6
Relaisuitgang 2
7
Relaisuitgang 3
Passieve ingang bij Ex-uitvoering niet beschikbaar
2)
Passieve ingang 1 bij Ex-uitvoering niet beschikbaar
3)
14
Elektrische aansluiting
6.3
Aansluiting VEGAMET 142
2
4 5
1
1 2
2
+ -
5
41 42
+ -
6
43 44
L+ N-
7
91 92
Fig. 8: Aansluitschema VEGAMET 142
5
61 62 63
1
Sensoringang 1 (actief/passief)
2
Sensoringang 2 (actief/passief)
3
HART-bussen ingang 1 voor aansluiting van een VEGACONNECT
4
HART-bussen ingang 2 voor aansluiting van een VEGACONNECT
5
4 ... 20 mA-stroomuitgang 1
6
64 65 66
6
4 ... 20 mA-stroomuitgang 2
7
Voedingsspanning van de regelaar
8
Relaisuitgang 1
9
Relaisuitgang 2
10 Relaisuitgang 3
7
67 68 69
Passieve ingang 2 bij Ex-uitvoering niet beschikbaar
4)
6
3
3)
4)
Meetversterkers en Communicatie
4
3
61 62 63
8
9
64 65 66
67 68 69
10